Koster Jan van Hees ontvangt de Maartenspenning

en viert zijn 75ste verjaardag op 4 juni 2008

‘Op goed gerucht ga je op reis doe de dingen die op je weg komen’. Zo begon zondagochtend 1 juni 2008, aan het eind van de Eucharistieviering, pastoor Jan V. Kinneging zijn toespraak. ‘Je wordt gevraagd om koster te worden, je zegt ‘ja’, – je had een lange staat als misdienaar waar de dienst aan het altaar geleerd en beleefd werd. En dit leek dus aardig in het verlengde te liggen. En er was een belangrijke bijkomstigheid: je woonde en woont om de hoek, of beter in de hoek’.

Een beetje bekomen van de schrik stond onze koster Jan van Hees, deze woorden van zijn pastoor aan te horen. Dit gaat over mij. Nu snap ik waarom de kleur vandaag wit bleef, er wierook werd gebruikt en waarom mijn vrouw vandaag meeging naar de kerk. ‘Je wordt maar één keer 75 jaar’ zei ze. Dat is waar. Maar ze wist nog meer wat ik niet wist. Ik was geheel verrast en verblijd, aldus Jan van Hees.

Het is juist de samenhang van zaken en verantwoordelijkheden die in koster van Hees samenkomen dat er een initiatief kwam het Metropolitaan Kapittel op zijn rol hier in deze kathedraal en in deze stad te wijzen. Immers, hij speelt een rol in de een van de grote publiekstrekkers in de stad, het project ‘Kerken kijken Utrecht’, waar in de zomermaanden de Utrechtse binnenstadkerken hun deuren openzette. De laatste jaren zat hij in de stuurgroep van deze organisatie en zette je daardoor ook onze prachtige Ste. Gertrudis op de kaart. Maar eerder nog: hij was betrokken bij het Korenfestival dat indertijd veel aandacht trok in Utrecht, het festival voor Oude Muziek, de Fringe concerten, ook de tijd dat aandacht voor de optredens van de Nederlandse Cantorij o.l.v. Maarten Kooy werd gevraagd.

Voor of achter de schermen was en is hij het gezicht van onze kerk: bij bijzondere diensten en ontvangsten: denk hierbij aan het bezoek van verschillende aartsbisschoppen van Canterbury en aan dat van Zijne Alheiligheid de patriarch van Constantinopel. Koster van Hees was erbij en faciliteerde het Metropolitaan Kapittel en met name de aartsbisschop om zijn rol als gastheer te kunnen vervullen. Los van deze high lights zijn het natuurlijk de wekelijkse terugkerende bezigheden: kerkdiensten op zondag en in de week, diensten rond rouw , trouw, en wijdingen.

De Gertrudis heeft door omstandigheden een grote collectie liturgische voorwerpen welke bij tijd en wijle ook gebruikt worden: bijvoorbeeld: het zilver in de feesttijden en het koper in de groene tijd van het kerkelijk jaar, in de advent en de vasten. Dat gaat alles door zijn handen, verwisselt van plaats en wordt verzorgd.

Over het algemeen doet koster Jan van Hees al die werkzaamheden met plezier, zelden horen we je mokken; al zullen er ook momenten zijn waar hij zich afvraagt: waar doe ik het voor, ze zien gewoon niet wat het betekent om deze dienst te vervullen.

Wie dat wel zag en waarnam, naast anderen, is zijn vrouw; die ongetwijfeld wel eens verzucht zal hebben: ‘moet je nu al weer naar de kerk’, en ‘wanneer zie ik je weer eens thuis’? ‘Het lijkt wel of je met de kerk bent getrouwd in plaats van met mij’. Uiteindelijk gaf zij jou ook die ruimte die je nodig had. Ook dank aan haar hiervoor!

Al deze redenen hebben het Kapittel tot de overtuiging gebracht dat het een goede zaak is de dankbaarheid en het respect van de kerk uit te drukken door koster Jan van Hees de Maartenspenning toe te kennen. Het is alles in het verborgene voorbereid, je mocht er geen lucht van krijgen. Ik geloof dat dat aardig gelukt is. Het is zowel een verrassing voor de koster als voor de meeste aanwezigen in de kerk. En: het is hem van harte gegund!

 

De aartsbisschop van Utrecht, mgr. dr Joris Vercammen leest de oorkonde voor en overhandigt die én de Maartenspenning, vervolgens aan de koster Jan van Hees. Pastoor Jan Kinneging kijkt nu toe.