‘Rinkelboek’ gepresenteerd: De ijver voor Uw huis

  

Velen waren maandagochtend 2 juni 2008 naar het huis gekomen, de voormalige schuilkerk van Ste. Gertrudis, om te delen in een meer dan 100 jarige geschiedenis: het begon al in de 19e eeuw en via de 20e eeuw tot op vandaag. Kanunnik-pastoor Jan V. Kinneging begint zijn toespraak.

Begroet wordt speciaal de aartsbisschop mgr. dr Joris Vercammen, een vertegenwoordiging van het College van Regenten van de ORKA en leden van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht. Daarnaast natuurlijk ook de uitvoerders van het project Hans Polak en Rob Holstvoogd.

Bovenal wordt Greet Roosjen begroet. Zij is aanwezig om een ieder deelgenoot te maken van herinneringen aan een mens die van zo grote betekenis is gebleken voor onze oud-katholieke kerkgeschiedenis. Welkom u allen bij de presentatie van het boek over een andere kant van het leven van Mgr. Andreas Rinkel.

Het boek dat gepresenteerd werd draagt als titel: De ijver voor Uw huis.. Het is een citaat uit Psalm 69. Je zou verwachten dat het vervolg van de psalmtekst een positief vervolg zou hebben, zo betoogde de pastoor. Zo van: goed gedaan, je bent gewaardeerd, je hebt met heel je bestaan die ijver uitgedragen en de deuren van de hemelpoort staan al voor je open. Ik zag een poort wijd open staan. Niets daarvan.

Het vervolg is diep tragisch: De ijver voor Uw huis heeft mij verteerd. Aan het woord is de psalmist, iemand die verzucht dat ‘ze’, en wie die ‘ze’ zijn, noem ze maar de antimachten, je tegenstanders, je bespotters. Hij verzucht ze moeten mij altijd hebben. Er is heel wat te verzuchten en, pastoor Kinneging citeerde uit het commentaar bij deze Psalm 69, zoals geschreven is in het Psalter-van de hand van Andreas Rinkel : waar deze schrijft:

‘Niettemin verraadt de ongebreideldheid van den hartstocht tegen eigen en Gods vijanden tegelijk de liefde voor God, die onder dit alles gloeit’. (Psalter I, A.Rinkel. Ps 69, pg 372)

Dat is het nu het mooie van dat heilige boek, je komt er zelf in voor, in je emoties, vragen , klachten en dankzeggingen, zo nam hij ons verder mee, aan de hand van en door deze psalmtekst.

M.a.w. wat een mooie titel voor dit boekje over een mens die uitblonk in exegese en analytisch denken en tegelijkertijd ook gewoon mens onder de mensen was. En het is geschreven door een tochtgenote die hem van kindsaf heeft gekend en die gedurende rum 25 jaar hem nabij was als huisgenote en gastvrouw voor het aartsbisschopelijk bezoek

Willem Barnard brengt in een essay over deze donkere vloekpsalm (Willem Barnard, Een stille duif in de verte, Gepeins bij psalmen, pg.119) de liturgie in het geding. Hij zegt: ‘na het confiteor ( vs 6,7) en Kyrie ( vs 2-5, 8-30) volgt nu het Gloria (31-37). Het is een herkenbaar schema. Nog altijd volgt het Gloria in onze liturgie zonder glooiende overgang bruusk op het Kyrie,- wij zuchten en wij zingen. We hebben het van de Psalmen geleerd’.

We mogen ons verheugen dat er eenzelfde rode draad te bespeuren valt in dit geschrift. Wij zuchten en wij zingen: zo is het maar net. En vandaag ligt de nadruk op het zingen en de vrolijkheid: wat heerlijk dat mevrouw Greet Roosjen dit allemaal heeft opgeschreven als een bijdrage aan onze geschiedenis beschouwd en dat wij en anderen erin mogen delen.