Totentanz van Hugo Distler

In het project Totentanz komt de a cappella koorcyclus Totentanz van Hugo Distler centraal te staan. 
Dit stuk is gebaseerd op de Lübeckse Totentanz, een cyclus van teksten en bijbehorende schilderijen in de Mariakerk in Lübeck uit 1463 (in 1701 vervangen door een nieuwe versie). 
De teksten waren geschreven door Angelus Silesius in het Midden-Nederduits bij een lange schildering waarop de Dood met iedereen danst om ze mee te nemen; van Keizer, Edelman, handwerker, soldaat tot pasgeborene, niemand ontkomt eraan.
De schildering gingen in 1942 verloren bij een bombardement op de kerk.
De tekst van Silesius stelt dat het leven een kort intermezzo is voordat het eeuwige begint. In dit leven moet je je voorbereiden op het hiernamaals.
Hoewel de Dood zijn danspartners niet vertelt waar ze heen gaan, behalve wanneer het heel duidelijk de hemel is, zoals in het geval van de Kluizenaar, de Boer en het Kind, geeft hij in vrijwel iedere reactie op de jammerklacht van degene die hij komt halen aan hoe die, en dus ook het publiek, zich had kunnen voorbereiden op zijn komst.
Aan de andere kant sluit de tekst zeker aan bij de Ars Moriendi: de dood komt voor vrijwel alle personages vroeger dan gehoopt.

Blokfluitist Emile ter Schegget speelt de fluit-intermezzi en een Ricercare van eigen hand. Verteller Gottfrid van Eck werkt mee als spreker.

Het programma wordt aangevuld met drie motetten van Schütz (Unser keiner lebet ihm selber SWV 374, Tröstet, tröstet mein Volk SWV 382 en Selig sind die Toten SWV 391), het motet Wenn wir in höchsten Nöten sein van Brahms en Da Pacem van Pärt.

Op zaterdagavond 24 mei 20:00 uur is het concert in de Oud-Katholieke Gertrudiskathedraal in Utrecht.