Het orgel in de Oud-Katholieke Kathedrale Kerk Ste. Gertrudis te Utrecht

Het orgel verving destijds (1968) het oude orgel van Bätz/Witte. Laatstgenoemd instrument is herplaatst in de N.H. kerk te Kockengen (U.).

Één stem – de viola 8 van het bovenwerk – is niet meeverhuisd naar Kockengen en is blijven klinken in het huidige instrument. Dit instrument is in 1968 gebouwd door de firma K.B. Blank en Zoon te Herwijnen, feitelijk echter door Bas Blank, de zoon van K.B., en zijn medewerkers.

Het is een sleepladen orgel met mechanische tractuur en telt 21 stemmen verdeeld over twee manualen en pedaal.

Het klankconcept gaat uit van een achtvoets plenum op het hoofdwerk en een viervoets plenum op het bovenwerk.

De mensuren van het pijpwerk weerspiegelen de overgang van de ‘neo-barokke’ naar de meer ‘klassieke’ bouwwijze.

De dispositie luidt als volgt;

HOOFDWERK (C – g ”’) BOVENWERK (C – g ”’)
Prestant 8 Holpijp 8
Roerfluit 8 Viola 8 (groot octaaf gedekt)
Quintadeen 8 Roerfluit 4
Gedekte fluit 4 Prestant 4
Octaaf 4 Octaaf 2
Woudfluit 2 Nasard 1  1/3
Mixtuur III-IV Scherp III-IV
Trompet 8 Dulciaan 8
Cornet V  
PEDAAL (C – f ‘) KOPPELS
Subbas 16 HW-BW
Prestant 8 Ped-HW
Octaaf 4 Ped-BW
Fagot 16