Annemieke Duurkoop

Met
aanpassingen :
De
Oud-Katholiek
,
jaargang 120, november 2004, nr. 2795

Annemieke
Duurkoop, de nieuwe pastoor van Utrecht samen met

Bernd
Wallet

Het
pastoraat: een véél te leuke baan”

Een roerig leven met een veelvuldige
wisseling van opleiding, beroep en woonplaats mondt tenslotte uit in
de stabiele haven van het Groningse pastoraat. Hoe is het drs.
Annemieke Duurkoop uiteindelijk gelukt dit doel, waar ze haar
bestemming heeft gevonden, te bereiken?

Met haar
geestelijk leven in de gereformeerde kerk werd het niets in haar
jonge jaren.

“Mijn
moeder was invalide en de ene zondag bleef ik bij haar om wat
huishoudelijk werk te doen, hetgeen ik verfoeide, en de volgende
zondag ging ik mee naar de kerk. Het betekende voor mij het kiezen
tussen twee kwaden en toen ik met zeventien jaar het huis uit ben
gegaan, ben ik ook meteen de kerk uit gestapt.” Vijfentwintig jaar
bekommerde Annemieke zich niet om religie en met haar man, van
r.k.huize, was het van hetzelfde laken een pak. Het tij keerde in
Dordrecht, waar ze toen vanwege het beroep van haar man Peter – hij
is historicus en was werkzaam op het Dordtse gemeentearchief –
woonachtig waren. “Iemand nam me mee naar een kerstconcert in de
oud-katholieke kerk en ik voelde me er meteen thuis. Het duurde nog wel
een jaar voor ik regelmatig de misviering ging bijwonen.” Maar
toen Annemieke eenmaal over die drempel heen was, ging het vervolgens
razend snel. “Na ongeveer anderhalf jaar wist ik zeker dat ik
priester wilde worden.” Wàt een resoluut besluit in een
onkerkelijk gezin. Ze leefde echter met een godsgeschenk: een man die
volledig achter haar stond en die zonder morren financiële problemen
ging oplossen ten behoeve van een vrouw die ophield met werken om te
gaan studeren. Af en toe vergezelde hij haar naar de kerk om haar
denken en handelen te kunnen volgen. Verder waren er een dochter en
een zoon die niet protesteerden, slechts commentaar hadden: ‘moeder
heeft weer iets geks, het zal wel voorbij gaan’. Maar het was geen
voorbijgaande gril. Natuurlijk had ze zich wel aan een diepgaand
zelfonderzoek onderworpen of ze een dergelijke intellectuele
uitdaging wel aan zou kunnen. Dapper werkte Annemieke zich vervolgens
vanaf 1994 door de studie heen. Haar Mulo-diploma moest ze aanvullen
met een HBO-opleiding theologie en met de kennis van Latijn en
Grieks. Vervolgens studeerde ze theologie aan de Leidse universiteit.
Haar wens om priester te worden was zo sterk dat ze zich niet uit het
veld liet slaan door de toen nog heersende onzekerheid of een vrouw
de wijding zou kunnen ontvangen. Tenslotte pakte alles gunstig uit en
werd ze tijdens een uiterst indrukwekkende dienst op 7 december 2003,
tezamen met Frans van Sark, tot priester gewijd. Haar man Peter, die
intussen oud-katholiek geworden was, en haar zoon en dochter waren in
bewondering aanwezig.

En
nu dan het pastoraat in Groningen. Een stad waar ze op haar
zwerftocht door woonsteden en beroepen al eens eerder verbleef, samen
met haar man. Van haar geboorteplaats Hattem zwierf ze namelijk uit
over Utrecht, Amersfoort, Groningen, Haarlem en Dordrecht. Wat
opleiding en beroep betreft heeft ze haar sporen verdiend in de
psycho-sociale zorg, kunstenaarschap (schilderen), reclametekenen en
communicatie. “Omdat we Groningen al kenden hoefden we daar
eigenlijk niet zo nodig naar terug te gaan. Maar een wens van ons was
wel in een universiteitsstad te wonen, omdat Peter na zijn
pensionering graag filosofie wilde studeren. Daarom kwam Groningen
toch wel in aanmerking.” Ze zijn er beide gelukkig. Met de ervaring
van haar vorige beroepen kan Annemieke zich met succes inzetten voor
de kleine, maar enthousiaste parochie van rond vijfendertig actieve
leden. “De locatie voor de misviering, een zaaltje in een
opvangtehuis, is nog niet ideaal. De introïtus duurt drie stappen en
als er een goede bezetting is, zitten de mensen op de eerste rij met
hun voeten bijna op het altaar.” Daarom wordt er uitgekeken naar
een andere gebedsruimte, die ook uitnodigender voor bezoekers zou
zijn. “Verder ben ik bezig ook gelovigen en geïnteresseerden uit
de provincies Friesland en Drente bij de diensten te betrekken. Ik
heb gemerkt dat noorderlingen gemakkelijk de auto pakken om een
afstand af te leggen; files zijn er niet. Met een werkgroepje hebben we
daarom een inspectietocht langs de kerkjes gemaakt die onder de
zorg vallen van de Stichting Oude Friese Kerken, of beter
Alde
Fryske Tsjerken
. De kerk in Jorwerd
voldeed aan onze eisen en 2005 najaar willen we daar, om te beginnen,
twee maal een dienst houden.” Zo is God dan nog niet helemaal
verdwenen uit Jorwerd.

“Het
pastoraat vind ik een véél te leuke baan”, straalt Annemieke.
“Alles doe ik met plezier: huisbezoeken, vooral bij vreemden, om
hun verhaal te horen; de dienst voorbereiden, preken maken,
bijeenkomsten organiseren, een rondtocht door de provincies om
geschikte kerkgebouwen te zoeken. Misschien is mijn enige spijt dat
ik te laat aan deze opdracht begonnen ben. Na mijn vorige
werkzaamheden en na negen jaar studie heb ik nu nog maar elf jaar
voor de boeg.” Was een deel van haar leven dan verloren tijd? Dat
zou je bepaald niet kunnen zeggen. Immers alle professionele en
contactuele vaardigheden hebben haar gevormd tot de goed
functionerende pastoor die ze uiteindelijk geworden is. Een pastoor
die er bovendien niet voor schuwt in stijl, dus met priesterboord,
gekleed te gaan. “Ik vind niet dat de aanwezigheid van een
geestelijke helemaal uit het straatbeeld moet verdwijnen. Dan werkt
de geestelijkheid er toch zelf aan mee, dat de kerk steeds maar
onbekender wordt? Laten de mensen ons maar zien. Ik zit ook met mijn
priesterkleding in de kroeg. Vaak wordt ik daar dan over
aangesproken; in eerste instantie gaat het dan over de kleding, maar
vervolgens over de (oud-katholieke) kerk en over God en geloof.”

Binnenkort
Utrecht de kathedraal Ste Gertrudis. Misschien heeft Annemieke
Duurkoop wel op het juiste moment haar functie aanvaard: met een
schat aan praktische ervaring uit de eerste helft van haar leven en
met nog voldoende enthousiasme en energie om in de tweede helft
actief te zijn. Met een dienstbaarheid waarin Mattheus 18, 20 haar
leidraad is: ‘Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam,
daar ben ik in hun midden’.

Lia Schade van Westrum