Wegwijzers en beloften op de weg door het leven De HEER zei: Ik ben de HEER, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn Aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken van enige gestalte, die boven in de hemel of onder op de aarde is of die in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen noch hen dienen; want Ik, de HEER uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult de Naam van de HEER, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEER zal niet onschuldig houden wie zijn Naam ijdel gebruikt. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Onderhoud de sabbatdag, dat gij die heiligt, zoals de HEER, uw God, u geboden heeft. ,Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEER, uw God, dan zult gij geen werk doen… Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Eer uw vader en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd worden en het u wèl ga in het land, dat de HEER, uw God, u geeft. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult niet doodslaan. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult niet echtbreken. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult niet stelen. Heer, ontferm U over ons, Richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. Heer, ontferm U over ons, richt ons op de weg van uw geboden. Gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste, gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste, noch op zijn akker, noch op zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn rund, zijn ezel, noch op iets dat van uw naaste is Heer, ontferm U over ons, Schrijf uw gebod in ons hart, wij smeken U. Deze tekst van de Tien woorden met gezongen acclamaties is opgenomen in het Oud/Katholiek kerkboek, OKK nr.192 en kan in het bijzonder een plaats hebben in de viering van de Eucharistie als vervanging van de gebruikelijke schuldbelijdenis. tijdens de Veertigdagen tijd.. De tekst is volgens het boek Deuteronomium 5, 6/21.