Beste Roland,
Je bent nu al een tijdlang weg uit ons midden, maar nog steeds denk je wekelijks aan de mensen van Ste Gertrudis. In jouw nieuwe omgeving, en dat zal nog wel een poosje zo duren, mis je de regelmatige gang op zondagmorgen vooral. De gang naar de kerk die je hebt leren ontdekken, de warmte en de uitstraling van het kerkgebouw, de verbondenheid met de mensen die je daar telkens weer kon ontmoeten.
Nu de Vastentijd is begonnen, houd ik mij aan mijn woord en zal ik elke week je een brief sturen om te vertellen hoe ik gaat. Natuurlijk ken jij de liturgie van deze bijzondere tijd net zo goed als ik, maar de eredienst van de kerk is een levend gebeuren dat dit vernieuwd van week tot week. En daarover valt steeds wel weer wat nieuws te zeggen.
Het was jouw idee om ons plannetje niet voor ons te houden, maar via de website van de parochie Utrecht meer mensen erbij te betrekken. Want er zijn ongetwijfeld wel meer belangstellenden die op deze wijze kunnen meedoen en meevieren zelfs, meedenken en een eigen invulling kunnen geven aan wat op de zondagmorgen in de Veertigdagentijd ons wordt geboden.
Juist als je een tijdlang van huis raakt zoals jij door je werk in het buitenland,
kan je gaan je beseffen wat je mist. Wij hebben vaak de neiging om het om te draaien door te doen alsof het van ons uitgaat, bijvoorbeeld onze vrije beslissing om naar de kerk te gaan of niet. Maar het is anders en het wordt pas wezenlijk als we gaan beseffen dat God zelf ons roept om Hem te zoeken en Hem tot middelpunt van ons leven te maken. Het is onze Heer Jezus Christus, de Levende in ons midden, die ons wil ontmoeten en die ons verwacht. Dat is niet alleen en uitsluitend in Ste Gertrudis, het is zelfs wereldwijd, maar het is de diepe ervaring van velen dat Hij zich onder ons laat vinden in Woord en Sacrament. Zoals we ook mogen denken aan de Geest die in ons bidt en in het gezamenlijk gebed van een gemeenschap die zich niet geneert om op de knieën te gaan.
We hebben het samen wel over deze dingen gehad, jij en ik, maar ook wel in de grotere kring van mensen die met elkaar willen delen vanuit de rijkdom van ons geloof. Daar gaan we nu mee verder, op onze manier en dan maar direct want gister was het Aswoensdag en je wilt natuurlijk weten hoe dat is verlopen.
Want jij hoort ook berichten over leeglopende kerken, je weet hoe moeilijk het is om op een doordeweekse avond mensen bijeen te krijgen en jij vraagt je af of wij nog wel kans zien om dienst te doen op zo’n vreemde avond die niet direct vrolijk aandoet.
Wel, die mensen waren er en twee pastores, een goed deel van het koor, een organist, een lector, assistenten. Jij ziet het voor je, het was er allemaal en vooral mensen die zich vrijmaken om bevrijding te kunnen ervaren.
Het dagblad Trouw had een bijdrage van het Theologisch elftal, een groep medewerkers uit verschillende kerken, die om beurten van zich laten horen.
De Amsterdamse predikant van de Jeruzalemkerk, ds.Bas van der Graaf, heeft de waarde van de vasten ontdekt en met een kleine kring gemeenteleden lukt het hem om op Aswoensdag het begin van de Vastentijd te vieren. Met as, kruisje en al zoals hij vermeldt in zijn verhaal. De kracht van riten, de beleving van de aanraking en het gezamenlijk ondergaan van zo’n aansprekend gebeuren ervaart hij als bevrijdend. Wij kunnen dat begrijpen, temeer wanneer we ons realiseren hoe vooral ook de woorden van de asoplegging ons mensen tot elkaar brengen, jong en oud, ziek en gezond, vitaal of moe van het leven: gedenk, o mens, dat je stof bent en tot stof zult weerkeren. Ds. Van der Graaf, die het ook allemaal als nieuw in zijn leven heeft toegelaten, merkte op, dat sommige mensen schrokken toen zij zo werden aangesproken, zeker in combinatie met de as.
In de Oud-katholieke kerk volgen wij in ons liturgisch gebruik de gewoonte om in kleine groepjes de as te ontvangen en daarna weg gezonden te worden met de woorden:bekeert u en gelooft het evangelie.
Als de kop boven het aangehaalde artikel zegt: vasten is geen boete maar een bevrijding, dan zullen wij als christenen die wegzendingswoorden niet kunnen missen. Want de echte bevrijding, waar het inderdaad bij dit alles om gaat, ontvangen wij door het evangelie van Jezus Christus te aanvaarden en ons leven te laten vervallen door het werk van de Heilige Geest.
Willen wij dat? Begrijpen wij dat? Doen wij dat?
Dan komen we op zo’n dag als Aswoensdag en voorlopig al die veertig dagen hoezeer wij bekering nodig hebben om de kracht en de vreugde van het geloof te laten worden.
Dit heeft allemaal een rol gespeeld Roland, en wij mensen waren de spelers die deze woorden en riten tot een gebeuren maakten. En zo gaat het telkens als wij als gemeente, parochiekinderen, bij elkaar komen. Ieder van ons heeft zijn rol te spelen, kan eigenlijk niet gemist worden, ook al kan niet altijd iedereen bij alles aanwezig zijn.
De vastentijd zegt ook heel nuchter: kom eens wat vaker in de kerk, laat je niet vastroesten in vaste patronen, waarin plaats is voor alles, terwijl het heus niet allemaal zo nodig is. Eén ding is echt nodig, zegt Jezus tot de bedrijvige Marta, die ongetwijfeld heel goed bezig is als gastvrouw, maar daarbij dé kans laat liggen.
En laat de dingen van je geloof weer eens goed tot je doordringen. Er is ook dit jaar weer een heel mooi boekje uitgekomen op initiatief van onze bisschoppen. Aan de hand van het boek Handelingen der apostelen, worden ons overdenkingen en gebeden aangeboden. We gaan weer verstaan hoe de gang van het evangelie onstuitbaar de antieke wereld heeft bereikt, van Jeruzalem tot Rome. Zoals we dit herkennen van grote delen van de wereld, ook al is in onze tijd de kerk een aangevochten grootheid in Europa.
De apostelen zijn op weg gegaan en ontmoetten mensen, die door God de Heer al gevonden waren om te bouwen aan geloofsgemeenschappen, die na tweeduizend jaar nog een klank hebben in de geschiedenis van de kerk. Veertig dagen lezen we nu over dreiging, vervolgingen, blijdschap, van vasten om te ontdekken welke krachten in je schuilen en je zwakheden te betreuren. Hoe is het in Gods Naam mogelijk? Ja, het was mogelijk en het is nog steeds mogelijk.
Het boekje is aanwezig op de boekentafel en we vragen een kleine tegemoetkoming in de kosten van twee euro.
Jij krijgt een exemplaar toegestuurd! Dit mooie lied zongen we tot slot.
Dag Roland, vrede en alle goeds.
Van de opgang
Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen in de veertig dagen;
de tien geboden en de veertig slagen,
dat hele leven dat geen leven is.
De schepping die voor ons gesloten was
ontsluit Gij weer, Gij opent onze ogen.
O. Zoon van David, wees met ons bewogen,
het vuur van bloed en ziel brandde tot as.
Maar, Heer, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken,
Gij waart met ons, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven.
Ons is een loflied in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.
Willem Barnard, gezang 619 OKG