Brief aan een goede vriend (14)

Beste Roland ,

Komende zondag wacht ons een mooi feest; de viering van H.Sacramentsdag.

Deze dag is vanouds vastgelegd op donderdag na het feest van de H.Drievuldigheid. Daar ging het over het Geheim van Gods Wezen, de wijze waarop de éne God zich aan ons heeft geopenbaard in de Schriften. En zoals de Kerk het heeft verwoord in de geloofsbelijdenissen, die wij vooral kennen doordat ze een belangrijke plaats hebben in de liturgie.

Een feest van dank en aanbidding, van lof en eer.

Ook het feest dat wij zondag vieren is een uiting van de vreugde, die wij mensen zo dikwijls beleven aan ons geloof en aan het leven van de Kerk waarin dit geloof een geheel eigen vorm en uitdrukking vindt.

Dat klinkt zo gemakkelijk gezegd, maar bij goed nadenken komen we al snel tot de conclusie dat er woorden worden gebruikt en beweringen gedaan die voor veel mensen moeilijk zijn te bevatten. En nog moeilijker lijkt mij de haast onmogelijkheid om de gevoelens op te roepen die, in dit geval, deze beide feestdagen teweeg kunnen brengen. Alleen al het gepraat over feestdagen roept vragen op. We vieren in onze huidige cultuur feestjes genoeg, grote feesten ook als zomerfestivals om maar wat te noemen, maar dan denk je toch wel aan iets anders dan aan zo’n feestdag die de Kerk je aanbiedt om met hoofd en hart en vanuit een persoonlijke betrokkenheid met elkaar te vieren. Met uit je bol gaan, heeft dat nu eenmaal weinig te maken, al denken sommige mensen goedbedoeld, dat ook dit de PR dient en zonder de nodige publiciteit bereik je elkaar niet of nauwelijks. Die regel geldt ook voor de kerken.

Afgelopen St. Jansnacht, van vrijdag op zaterdag is de Kerkennacht gehouden, een initiatief dat door het hele land is opgepakt, ook in de stad Utrecht. Een goede aanleiding om na te denken over de communicatie problemen die zich voordoen bij de kennismaking met al die open kerken waar je naar binnen kunt lopen. Als je dat wilt!

Bij een katholieke kerkinrichting zoals wij die kennen in Ste Gertrudis en in de schuilkerk waar zoveel van het oude bewaard is en waarin zoveel mensen komen, bezoekers van de Driehoek, doen zich altijd vragen voor in antwoord op de uitdaging die ‘dit bijbels en liturgisch prentenboek’ ons mensen stelt. Uitleg en antwoorden op vragen van bezoekers zijn op zakelijke wijze goed te geven. Wij hebben mensen in de parochie die zich voldoende hebben verdiept om zo beschikbaar te zijn op dagen dat de kerk geopend is. Maar het wordt een stuk moeilijker als het dieper gaat, als mensen willen tasten naar het geheim achter de dingen. Dan gaat het in sommige gevallen om de behoefte om in een persoonlijk contact bezig te zijn met de diepste vragen van je leven. Hoe zit dat met God, hoe zien jullie dit? En wat heb ik dan met Hem te maken en Hij met mij?

In kleine kringen spreken wij elkaar daar wel op aan en dan kan blijken dat we heel veel voor elkaar kunnen betekenen. Al was het maar de ontdekking delen, dat God niet alleen de geheel Andere is, de Verborgene, maar ook degene die heel dichtbij wil zijn. De ervaring van mensen die op hun roepen antwoord krijgen: Hier ben Ik.

In Ste Gertrudis komen mensen binnen die stil gaan zitten. Wat doen ze? Bidden, een soort mediteren, nadenken om zijn tegenwoordigheid te zoeken? Soms steken zij een kaarsje op: hier ben ik, hier ben ik geweest, hoe gaat het verder?

Iemand zei mij eens dat hij dacht dat God ons veel zelf laat doen en dat Hij ook niet persé met alles zo direct te maken heeft. Toen hij dit ging begrijpen, ging zijn vraaggeloof geleidelijk over. Op de manier van dat versje ‘k heb geloofd en daarom zing ik’. Dat was geweldig, dat zingen in zijn hart, altijd weer nieuwe liederen. En toen het er eens op aankwam, bedacht hij hoe weinig je nodig hebt om een oud mens te troosten in het uur van de dood.

Ja, dan raken we aan het geheim van het geloof, aan de vreugde, aan de vrede.

Zondag dus H.Sacramentsdag. In het sacrament van de Eucharistie, bij het laatste Avondmaal, heeft Jezus ons de gedachtenis van zijn lijden en verrijzen nagelaten. Het bijbelse woord gedenken zegt oneindig meer dan herinneren of terugdenken aan. Telkens als je dit doet, zegt Jezus, ben ik opnieuw in jullie midden, ben ik present als de Levende, ben ik de gastheer en het offer beide. En daarin heeft de geschonken wereld, met alle pijn en bitterheid, verzoening ontvangen. Verzoening met God die alle dingen nieuw maakt en heelt en verzoening tussen de mensen van dichtbij en van ver. Dat is bevrijding, verlossing en dat vieren wij telkens als wij Eucharistie vieren, een woord dat dankzegging betekent. Eens en voor altijd, zegt de Schrift, eenmaal op die avond in Jeruzalem, altijd en overal, telkens als wij zijn gedachtenis vieren, waar ook ter wereld, gaven van eenheid en vrede.

De viering van de H.Sacramentsdag is ontstaan uit de behoefte om God te danken voor het offer van zijn Zoon, om de Tegenwoordigheid van Christus in het H. Sacrament te vieren op feestelijke wijze, een vreugdevolle dag waarop de H.Communie alle aandacht krijgt in de verering die de Kerk toekent aan de gezegende gaven van brood en wijn, Lichaam en Bloed van Christus, onze Heer.

Een dag ook die ons doet verstaan, dat wij als zijn Kerk Lichaam zijn van Hem die zich voor ons heeft geofferd aan het kruis.

Daaraan denken wij in de eerste plaats op Witte Donderdag in de Goede Week, op de vooravond van zijn lijden. Op de H. Sacramentsdag liggen de accenten anders, zoals Thomas van Aquino het uitzingt in zijn beroemde hymne Adoro te devote latens veritas die in bewerking voorkomt in ons Gezangboek (743).

Toegewijd aanbid ik uw verborgenheid,

God die in deez’ tekenen gans aanwezig zijt.

Heel mijn harte heeft zich aan U toevertrouwd,

heel mijn hart bezwijkt, Heer,als het U aanschouwt.

Tasten, zien en smaken schieten tot tekort,

Als ’t geloof door ’t horen niet bevestigd wordt.

Ik geloof de woorden van Gods grote Zoon,

Nimmer is er waarheid ooit zo waar en schoon.

Aan het kruis verborg zich slechts zijn goddelijkheid,

Hier verbergt zich echter ook zijn menselijkheid.

Toch belijd ik beide, bid ik als hij bad

die aan ’t kruis berouw om al zijn zonden had.

Niet als Thomas zie ik nu uw wonden meer,

Maar met hem belijd ik U als God en Heer,

Geef dat mijn geloof, Heer, meer en meer U vindt,

Meer mijn hoop U vasthoudt, U mijn hart bemint.

Tedere gedachtenis aan des Heren dood,

Gij geeft ons het leven, zalig levensbrood,

Laat mijn ziel toch leven elke dag van U,

Laat zij U toch smaken, U genieten nu.

U die ik versluierd nu aanschouw, o Heer,

Laat gebeuren, bid ik, wat ik zo begeer,

Dat ik zonder sluier zie uw aangezicht,

Dat ik zalig zijn zal schouwend in uw licht.

Alle goeds Roland!