Brief aan een goede vriend (16)

  

Brief aan een goede vriend (16)

 

Beste Roland,

 

 

De zomertijd geeft nieuwe kansen voor ontmoetingen met mensen van heinde en ver. Daarvoor hoef je niet met vacantie te gaan of een verre reis te maken; ook in een stad als Utrecht die veel toeristen aantrekt en waar mensen wonen die in het seizoen de tijd nemen om de omgeving te verkennen, is dit een bekend verschijnsel. Het is niet alleen leuk om mensen te ontmoeten die belangstellend zijn in wat jou bezighoudt en in je woon-en leefsfeer, maar het kan ook heel nuttig zijn, over en weer.

Wij kennen al jarenlang een activiteit van Utrechtse binnenstads kerken die heel veel mensen trekt, en niet alleen bij regenachtig of slecht weer. Kerken kijken , biedt open kerkgebouwen en een gastvrij onthaal zonder verdere verplichtingen. Er is veel te zien en te horen, je krijgt desgewenst interessante informatie en  het levert niet zelden goede gesprekken op.

Ste Gertrudis doet hier voluit aan mee. Al vanaf het begin in de tachtiger jaren.

En terecht, want wij hebben heel veel te bieden, vooral sinds wij zelf als parochie de waarde hebben ontdekt van ons historisch bezit. En dan heb ik het niet in de eerste plaats over ons zilverwerk, of de mooie schilderijen. Als Oud- katholieken dragen wij verantwoordelijkheid voor een bezit dat soms heel oud is en ook wel helemaal niet oud, maar in zekere zin onvergankelijk. Omdat het niet om een statische verzameling van mooie dingen blijkt te gaan maar om dragers van een levende en actuele werkelijkheid waarmee wij ons verbonden voelen. Waar dat besef leeft, wordt al snel anders gepraat en groeit de belangstelling.

Omdat je merkt in deze ontmoeting dat je er belang bij hebt, dat het je zelf ook raakt, iets doet.

In Ste Gertrudis doen wij ons best om zo met elkaar op gang te komen. Met allerlei mensen die naar eigen zeggen niet religieus zijn en ook nog  weinig of geen culturele interesse vertonen. Het blijkt dat er altijd wel een opening is, waardoor je betrokken kunt worden bij die onbekende uitingen van een nog steeds bestaande historische groep mensen die iets hebben wat jij niet hebt. En die het niet vreemd vinden om daarover te vertellen en dingen toe te lichten als een bepaald voorwerp om het achterliggende verhaal vraagt.

En die verhalen  zijn er genoeg. De rijkdom van de christelijke traditie komt langs zintuiglijke weg bij ons langs en soms naar binnen. Soms voor een moment, maar het kan ook begin zijn van een verlangen om meer te weten, meer te zien en te horen.

 

Als het waar is wat wij met regelmaat kunnen lezen in de dagelijkse verslagen van het reilen en zeilen in ons land, groeit onder de mensen het antireligieuze gevoel en keert men de kerk de rug toe.

Dit is niet nieuw in de geschiedenis en er zijn heel wat perioden geweest dat de ruiten werden ingegooid, bezittingen werden ontvreemd en mensen werden gemolesteerd. Zo gaat het natuurlijk in Nederland niet toe, al heeft de éne groep meer te vrezen dan de andere. Moslims, Joden, homo’s, vreemdelingen en niet zelden ook vluchtelingen die hun hachje hebben kunnen redden.

Maar ondanks al dit gepraat en geschrijf kom je bij  Kerken kijken en ook wel op andere momenten, geheel andere geluiden tegen. Waar iets ontstaat van communicatie worden vaak gevoelens van spijt en verdriet aangeroerd. Wordt deze kerk nog gebruikt? Waar betaalt u dit van? Komen hier op zondag nog mensen?

Het ligt vele bezoekers in de mond bestorven!

Het wordt je dan ook bijna dagelijks in de mond gelegd terwijl het tegen

woord ontbreekt. Zoals iemand het uitdrukte na een gesprek, samen in de kerkbank: we leven in geestelijk opzicht uit de muur. Ongezond, maar lekker zolang het duurt.

Maar we weten niet meer waar we het dan wel moeten zoeken; God zijn we allang kwijt  en geloof mist voor mij elke inhoud. Misschien heb ik er wel nooit iets van begrepen.        

 

Ik weet niet waar ik het zoeken moet. Het zit in mij van vroeger, maar het is zo diep weg, ik kan er niet meer bij om het terug te halen.

 

Dat schreef een vrouw op een voorbede briefje toen ze een kaarsje opstak bij ons Mariabeeld. Anderen om hulp vragen bij je zoektocht naar God, in je eenzaamheid en je gevoel van leegte is heel moeilijk.  In je omgeving waar ze jou kennen en denken te weten wie je bent, maar ook bij vreemden. Hulp vragen aan Maria die misschien kan doen wat jou niet lukt, die jou misschien dichter bij Jezus kan brengen, je eerste liefde van vroeger.

Komende zondag is de zondag van de zaaier. Een bekend en indrukwekkend verhaal dat gelezen wordt is de gelijkenis van het goede zaad dat terecht komt in een wereldwijde akker, onder sterk verschillende condities. Langs een hard pad waar het zaad kansloos is omdat de vogels het direct oppikken.  Op een rotsachtig gedeelte, beeld van een oppervlakkigheid, die snel verdort na een korte snelle groei omdat het niet is geworteld.

Een akker waar doornen en distels voortdurend het gewas verstikken, zoals wereldse zorgen en bedrieglijke rijkdom, zegt Jezus, maar dat kunnen we zelf invullen want waar groeit geen onkruid?

En dan is er ook goede aarde waar de planten kunnen gedijen en overvloedig vruchten voortbrengen.

 

Is er naast schuld ook een vreemd lot dat een mens kan treffen. Zijn we een deel van die akker die zoveel verschil bewerkt  met het goede zaad, het Woord van God, dat steeds weer wordt uitgezaaid in de harten van mensen. Wat zoveel verschillende gevolgen geeft; een vruchtbaar leven of een onvruchtbaar bestaan.

Wij kunnen niet meer doen dan bidden met de Kerk van alle eeuwen het oude gebed van de zondag:

Wij bidden U, Heer: laat in ons de genade groeien om vruchten te dragen van liefde en trouw, van vrede en gerechtigheid. Door Christus, onze Heer.

 En daar ‘Amen’ op zeggen .

 

Hoe zouden wij geloven, Heer.

 

Hoe zouden wij geloven, Heer,

Als gij niet wordt gehoord

Bij monde van verkondigers

Van uw verlossend woord?

 

Hoe zouden zij verkondigen

Als nier uw Zoon hen zond,

Als niet uw Geest bekrachtigde

De woorden uit hun mond.

 

Wij hebben door uw predikers

Vernomen van uw naam,

Die ons met hoop en goede moed

Het leven door doet gaan.

 

Wij danken Hem die heeft geplant,

De Heer die wasdom schenkt

En ons, om  het geloof verdeeld,

Eens weer te zamen brengt.

Eer aan de Vader en de Zoon

En aan de heil’ge Geest

Die ons beloof in leven houdt,

Het wank’le hart geneest.

                                                   Henk Jongerius OKG 813

Dag Roland,

Alle goeds!