Brief aan een goede vriend (20)

Beste Roland,

 

Aan een naburige bewoner, een bescheiden en vredelievend mens, een goede moslim, vroeg ik of het meevalt, die onthouding tussen zonsopgang en zonsondergang tijdens de maand Ramadan. Hij antwoordde dat het hem heel erg meeviel. Omdat er zoveel mensen in de moskee komen voor het gebed, meer dan in de voorbije jaren het geval was.  Hij kon niet vertellen wat daarvan de oorzaak is, maar het geeft een versterkt gevoel van saamhorigheid, van broederlijkheid.

En dan valt het vasten overdag niet zwaar!

De onvermijdelijke vraag naar onze vastenpraktijk als christenen kwam ook nu weer. We hadden daar in het verleden al eens een gesprek over in een kleine kring van mensen die elkaar wilden ontmoeten om vooral niet te vergeten dat al ons gepraat op straat en elders over mensen  gaat, mensen zoals wij.

 

Met het antwoord op mijn vraag in de afgelopen week, nu de Ramadan is begonnen, kan ik heel veel. Zoveel dat het niet uit mijn gedachten gaat. Die saamhorigheid en broederlijkheid (zusterlijkheid), die maakt dat vasten niet zwaar valt, dat je jezelf kunt beheersen en onder controle hebt doet mij bedenken dat het daar vooral om gaat. In het geval van de moslims, maar zeker  niet minder in onze spirituele overtuiging als katholieke christenen. Waarbij protestanten niet zijn uitgesloten voor wie het vatten kan.

Er is in ons land/West-Europa, niet veel bewaard van een positieve vastenpraktijk. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen die bij goed nadenken wel boven komen. De meeste mensen hebben de ervaring dat het heel geleidelijk is gegaan, die verandering van denken, het verslappen van vastengebruiken, niet alleen thuis, maar ook in de parochie. Er is steeds minder mogelijk, zo lijkt het wel. Al groeit het verzet tegen dit afglijden en zelfs verliezen van waardevolle elementen in ons geloofsleven. Je lost dit niet op door in de Veertigdagentijd te spreken over een vastenactie waarbij niemand merkbaar in beweging komt of erger nog een vastenoffer in de vorm van een extra collecte waar geen mens armer van wordt.

 

Deze dingen zijn ons bekend en ze raken ons zo weinig dat we rustig verder kunnen leven. Er gebeurt zoveel om ons heen. klein en groot nieuws of helemaal geen nieuws maar een herhaling van dingen die wij allang weten.

Zoals vandaag, 6 augustus, op een achterpagina van het dagblad Trouw:

Het is vandaag precies 66 jaar geleden dat de wereld kennis maakte met de vernietigende kracht van kernwapens. Op 6 augustus 1945, om kwart over acht ’s ochtends, kwam de atoombom met de naam ‘Little Boy’ boven Hiroshima (Japan) tot ontploffing, met als direct gevolg tachtigduizend doden. Drie dagen later- alsof dit nog niet genoeg was- volgde een tweede atoombom ‘’Fat Man’ op Nagasaki. Veertig duizend mensen kwamen daarbij om. Het aantal doden, met inbegrip van de nucleaire straling, stijgt nog steeds, vandaag de dag 350.000 slachtoffer.

Overlevenden spraken over een allesverblindend licht, alsof de hel losbrak.

 

Vandaag 6 augustus is ook het feest van de Gedaanteverandering van de Heer, Transfiguratie, de verheerlijking op de berg. De evangelisten vertellen daarover zo goed als zij kunnen. Een gelaat dat verandert en dat straalt. Kleren die blinkend wit schijnen, Mozes en Elia die in heerlijkheid verschijnen. Hemels licht zagen  zij. Een van de overlevenden, Petrus, vertelt erover aan de vroege christenen in zijn tweede brief die we vinden in het Nieuwe Testament. (2 Petrus 16-19), een tijd van vervolging.

Wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit, zegt hij, Jezus Christus ontving eer en luister van God de Vader, toen uit de hoogverheven heerlijkheid deze stem tot hem kwam: Dit is mijn geliefde Zoon. in wie Ik mijn welbehagen heb.En deze stem hebben wij van de hemel horen klinken, toen wij met hem op de berg waren.

Petrus laat het hier niet bij. Wat er is gebeurd is niet uitsluitend bestemd voor de drie discipelen als directe getuigen, Het verhaal moet verder gaan: u doet goed  er acht op te slaan als op een lamp die schijnt in een donkere ruimte, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw harten.

 

Vasten, opstaan in de nacht, uitzien naar de Grote Dag, dat alles en meer om vorm te geven aan hun leven in verbondenheid met Christus en met elkaar als broeders en zusters, dat alles was bekend aan de vroege christenen.

Er is een waardevol geschrift bewaard, het Onderricht van de twaalf apostelen, afkomstig uit de streek rond de Syrische stad Antiochié, geschreven begin tweede eeuw. Mensen die tot geloof kwamen en wilden toetreden tot de kerk, werd de weg geleerd naar het leven en de dood. Wie zo werd ingewijd in een  nieuw bestaan, ontving de sacramenten en wist zich geborgen met het oog op de toekomst. De gemeente bad dat God zijn volk wilde verzamelen uit de wereld om het samen te brengen in zijn koninkrijk. En dat de genade mocht komen en vrede en liefde  zouden overwinnen en dat de wereld voorbij mag gaan.

Komt vaak bij elkaar en zoekt wat tot voordeel is voor uzelf. Vasten moet u op woensdag en vrijdag (de dagen  van het verraad en de kruisiging)  en niet op maandag en donderdag zoals de Joden doen. En vergeet niet driemaal per dag het Onze Vader te bidden.

Zo kom ik weer uit bij mijn nabuur, de man die mij op het spoor heeft gezet, waarbij blijkt dat we veel gemeenschappelijk hebben meegenomen uit een lange traditie.

Er is geen dwang in de godsdienst. Allah (de verborgen God) is de verbondene van hen die geloven. Hij voert hen uit de duisternis naar het licht.

In diezelfde soera 2, de langste van de Koran, vinden we ook een aantal belangrijke voorschriften voor de jonggevormde gemeente in Medina. Voor ons in deze maand belangrijk om te weten wat er leeft bij een deel van onze medemensen.

O Gij die gelooft! Aan u is voorgeschreven het vasten gelijk het voorgeschreven was aan wie vóór u waren. Wellicht zult gij vrezend worden.

Een geteld aantal dagen. Doch als iemand van u ziek is of op reis, dan een aantal andere dagen. En voor degenen die ertoe bij machte zijn, als zoenspijs, het spijzigen van een behoeftige. En als iemand vrijwillig goeds verricht, dan is dat beter voor hem, maar dat gij vast is beter voor u als gij het beseft.

(de tekst van de Koran wordt gereciteerd zoals ook in de praktijk van de synagoge en de oorspronkelijke Liturgie van de kerk het geval is).

De maand Ramadan is het, waarin  de Oplezing is neergezonden tot rechte leiding van de mensen en als bewijstekenen van de rechte leiding en de rechte leer. Wie uwer dan de maand beleeft, laat hem vasten voor de duur ervan, maar als iemand ziek is of op reis, dan een aantal andere dagen. Allah bedoelt met u het gemakkelijke en niet bedoelt Hij met u het moeilijke; en mits dat gij het aantal volledig maakt en Allah’s grootheid betuigt wegens de leiding die Hij u gegeven heft. En wellicht zult gij dankbaar worden. (Soera 2, 183-185).

En nu is het tijd voor een bescheiden hapje eten.

Dag Roland, alle goeds!