Misschien herinnert u het zich nog hoe in een gesprekje met de kinderen aan het einde van de kerkdienst Pepijn van zes jaar opeens vroeg : ‘Waar komt God vandaan?’ De pastoor, verrast, had zo snel geen antwoord klaar. De aanwezigen in de kerk lachten. Bij de koffie gaf Hans Uytenbogaardt, met wie ik over het voorval sprak, een sinds Freud gangbaar antwoord: ‘Uit ons hoofd.’ Dus is God een verzinsel?
En met dat antwoord komen we in een actuele discussie over de Godsvraag. Hoe kan het dat vijf honderd jaar geleden niemand aan Gods bestaan twijfelde, terwijl het nu normaal schijnt niet in God te geloven? Bestaat er wel een God? Zo ja, hoe dan? Wat moet je aan met de uitspraak : ‘geloven in een God die niet bestaat’? En is geloof in God niet iets kinderlijks, wat je achter je laat als je volwassen bent? En al zegt men niet in God te geloven, hoe kan het dan dat zoveel mensen toch nog aannemen dat er iets religieus is? Op deze soort vragen gaan we in tijdens een viertal bijeenkomsten in de hoop een (be)leefbaar antwoord te vinden.
Jan Visser
Tijden: zondagen na de mis op 13 en 27 januari
en op 10 en 24 februari in de pastorie.
Om 12.15 een broodje, einde rond 14.00 uur.
Leiding: Prof. Jan Visser
Contactpersoon en opgave bij Pastoor Wallet.