Herderlijke groet bij het begin van de vastentijd
Zusters en broeders in Christus,
In de Marcuspassie roepen voorbijgangers allerlei commentaren naar Jezus. Ze doen het als hij
gekruisigd is: red jezelf, kom af van het kruis, laat ons eens wat zien. Ze doen het ook al eerder in de
passie, als ze verbaasd zijn dat een vrouw dichterbij Jezus komt dan zij gewenst vonden, en een
buitenproportionele hoeveelheid kostbare zalf over het hoofd van Jezus gooit. Jezus wijst hen
terecht: ze doet juist wat ze kan! Zulke ruimhartige aandacht, zulke overvloed, zoveel zorg, zo ziet
het Evangelie er uit!
Sinds de Veertigdagentijd van vorig jaar is de coronacrisis het gesprek van de dag. Haast tot vervelens
toe delen we in de litanie van de door corona getroffenen: ouderen en jongeren en al wie daar
tussenin zit; diegenen die heel hard moeten werken in de zorg of het onderwijs en allen die
plotseling geen werk meer hebben; idealisten die kansen zien voor een fundamenteel betere
wereldorde en realisten die de vrijheid van de burger ernstig ingeperkt zien. Meer nog dan voorheen
worden we geconfronteerd met de vraag op welke fundament we ons bestaan bouwen. Waar halen
we hoop en vertrouwen vandaan? Wat kunnen we meer doen dan van de zijlijn commentaar
leveren? Hoe voorkomen we dat we vervallen in onverschilligheid of cynisme?
Met vallen en opstaan hebben we in het afgelopen jaar in de zich steeds weer wijzigende
omstandigheden onze weg als samenleving moeten vinden. Ook in onze parochies en staties zijn de
pastoors en besturen op zoek gegaan naar mogelijkheden om de onderlinge band vast te houden of
opnieuw vorm te geven. Juist omdat de vanzelfsprekende vormen van onderling contact wegvielen,
zoals rond onze kerkdiensten, realiseerden we ons hoe belangrijk die momenten zijn en hoe je ze
soms ook op andere manieren kan invullen. Wat waren mensen blij als ze een simpele groet, een
kaartje, een boekje of een kaars van de parochie thuisbezorgd kregen! Hoeveel reistijd scheelde het
vergaderen per zoom of teams niet. Hoe goed was het, dat de jongeren via het beeldscherm contact
konden houden en ervaringen konden uitwisselen. Hoe wonderlijk was het om te merken hoe fijn het
was als je elkaar toch weer even in levenden lijve kon ontmoeten, zelfs als je geen zoen of hand gaf
en die verantwoorde afstand in acht nam.
Afstand en nabijheid zijn de kernwoorden van dit jaar: afstand om het leven veilig te houden,
nabijheid om het leven menselijk te houden. Het zijn precies de woorden die onze verhouding tot
God ook bepalen. In de Marcuspassie heeft Jezus het over de Machtige, en over de Mensenzoon, die
met de wolken van de hemel zal komen. Gebruikelijke beelden, maar wel taal waarin je God kan zien
als hoog verheven boven alles wat wij denken of doen. Tegelijkertijd komt de Heer in het evangelie
ook heel dichtbij ons, zoals wanneer Hij bedroefd en angstig is zoals wij kunnen zijn.
Vandaag, evenmin als in de Marcuspassie, geeft de Heer altijd een gepast antwoord op de vragen die
wij stellen. Dat kan ergernis opwekken, zoals de meeste mensen in de Marcuspassie zich aan Jezus
geërgerd hebben. Toch kunnen wij erop vertrouwen dat dat er antwoord komt, zoals er in de
geschiedenis van Israël en van de kerk altijd antwoord gekomen is. Geloven is nabij komen zoals de
vrouw met de kruik deed. Geloven is een houding van vertrouwen dat God al dichtbij je is in alle
hoogte- en dieptepunten van het leven. Geloven betekent daarom niet zoiets als ‘ik geloof het wel’,
waarna je achterover leunt en niets meer doet of de wereld hooguit van je commentaren voorziet.
Integendeel: geloven roept op tot verzet tegen ‘zo is het nu eenmaal’, alles wat zich als goddelijke
macht aandient, mensen het idee geeft dat ze aan zichzelf zijn overgeleverd en dat je het op je eentje
maar moet redden. Geloven is actieve toewijding aan alles wat Jezus door zijn passie en Pasen voor
ons heeft geopend: nieuw leven.
Wat geeft ons moed in deze coronatijd? Dat we aan Gods toekomst toegewijd blijven! Dat we op
weg daarnaartoe elkaar zien en kennen! Dat wij elkaar blijven vertellen en samen blijven vieren dat
God ons ziet en kent – en ons nooit in de steek laat. Wat een troost is dat in een troosteloze wereld,
wat een hoop en vertrouwen geeft dat voor wie twijfelt of moedeloos is, wat word je rijk als mens als
je je medemens ontmoet als geschenk van God. Wij zijn allemaal geroepen om naar elkaar om te
zien, en om alles wat we van God hebben gekregen, onze talenten en onze gebreken, onze overvloed
en onze tekorten, in zijn naam ruimhartig met elkaar te delen.
Ooit is deze crisis weer voorbij. Mensen die dan leven zullen op ons terugkijken en dan hopelijk
kunnen zeggen: in hun geloof hebben ze elkaar met Gods hulp staande gehouden en als iemand viel,
hebben ze die overeind geholpen. Omdat ze elkaars lasten droegen, werden die licht. Zo
verkondigden ze het kruis en de opstanding van degene die hen door de crisis heen naar het licht van
de nieuwe schepping voorging: Jezus Christus de Heer. Wij wensen u een gezegende vastentijd.
Utrecht/Amsterdam, februari 2021
+ Barend Theodoor Wallet, aartsbisschop van Utrecht
+ Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem
Desgewenst kunt u de herderlijke groet hier downloaden in pdf formaat