Presentatie Handboek gezonde gemeente
Een gezonde gemeente is niet gericht op getalsmatige groei, maar op de kwaliteit van gemeente-zijn. Dat ontdekte de anglicaan Robert Warren bij zijn onderzoek naar kerkgroei in Engeland.
De emeritus predikant sprak woensdag in Huizen bij de presentatie van de vertaling van het boek waarin hij zijn bevindingen heeft vastgelegd.
Warren deed van 1990 tot 1995 onderzoek naar kerkgroei in de Engelse kerkprovincie Durham. Hij wilde weten waarom sommige kerken leeglopen, terwijl andere gemeenten -tegen de trend in- het juist goed doen en zelfs getalsmatig groeien. Deze laatste noemt Warren “gezonde” gemeenten.
Van de 260 gemeenten in Durham zag hij dat bij 235 het ledental met gemiddeld 16 procent was teruggelopen, maar dat 25 gemeenten een groei te zien gaven van 16 procent. “Op het eerste gezicht waren het allemaal gewone doorsneegemeenten, met een verschillende sociale achtergrond, en werden ze gediend door allerlei typen dominees”, aldus Warren. “Ik was nieuwsgierig naar wat de groeigemeenten zo bijzonder maakt.”
Warren was 22 jaar gemeentepredikant in Sheffield. In die jaren groeide de gemeente die hij diende van 150 naar 1500 bezoekers. Later was hij nationaal beleidsmedewerker evangelisatie bij de landelijke kerk, de Church of England.
Uit zijn onderzoek blijkt dat de getalsmatige groei van de 25 gemeenten voor hen geen doel op zich is. “Men was erop uit om optimaal kerk te zijn en had besloten niet meer van alles en nog wat te ondernemen”, zegt Warren.
Praktisch
De ervaringen die hij opdeed met zijn onderzoek tekende hij op in een praktisch boek. “The Healthy Churches Handbook” beschrijft zeven ijkpunten en biedt een methodiek waaraan gemeenten zich kunnen spiegelen. Een groot deel van de Church of England maakt inmiddels gebruik van Warrens methodiek.
De Nederlandse vertaling van het boek -“Handboek gezonde gemeente”, uitgeverij Ekklesia- werd woensdagavond overhandigd aan dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland.
Volgens Plaisier sluit het boek aan bij de belangstelling die er thans is voor missionair kerk-zijn. “Wij zijn trendvolgers. De trend is gezet in de Engelse gemeenten die Warren als “gezond” beschrijft”, aldus de scriba van de PKN.
Overigens waarschuwt hij wel voorzichtig te zijn met een oordeel over gezonde en ongezonde gemeenten. Hij sluit liever aan bij wat Paulus in zijn brieven aan de gemeenten schrijft: “Dankbaar zijn voor wat goed gaat en kritisch over wat niet goed gaat. We moeten ons inderdaad niet fixeren op getallen en een strategie. Het gaat om spirituele factoren.”
Warren zag bij zijn onderzoek zeven kenmerken komen bovendrijven. Als eerste constateert hij dat het de groeigemeenten ging om een bezield geloof. “Het ging ten diepste om de motivatie waarom ze kerk zijn. Gemeenten die niet groeiden, misten de energie en het verlangen om God en elkaar te dienen. Anderen vertoonden wel een drive, maar bij hen ging het om een min of meer verborgen gevecht om de macht.”
Een ander kenmerk is volgens Warren dat gezonde gemeenten de Bijbel op een creatieve manier verbinden met het dagelijks leven. Zo’n gemeente is volgens Warren ook naar buiten gericht en vraagt zich eveneens af wat God van hen vraagt, hier en nu. “Ze vraagt om de leiding van de Geest en wil het niet iedereen naar de zin maken. Ze wil wel ruimte scheppen en gastvrij zijn voor iedereen.”
De anglicaanse predikant waarschuwt de kerk niet als een vereniging of een religieuze organisatie volgens managementstructuren te gaan leiden. Ook beperkt een gezonde gemeente zich volgens hem tot een paar taken die ze goed wil doen, in plaats van met van alles en nog wat bezig te zijn. De gemeente moet kunnen “genieten van wat er wordt gedaan en kunnen leven met wat er niet wordt gedaan”, aldus Warren.