Brief aan een goede vriend (2)

Beste Roland,

 

Nog steeds moet ik denken aan die Duivelsberg die door pastoor Bernd Wallet werd genoemd in het begin van zijn preek, afgelopen zondag. Het was zoals je weet, de eerste zondag van de Vastentijd, die veertig dagen duurt, zodat we ruim tijd krijgen om er mee bezig te zijn. Met bezinning, met je relaties,met je morele houding, je omgaan met je medemensen op je werk, op school, op straat.

Bedenk maar, want overal kom je mensen tegen en over mensen gaat het vooral in deze tijd voor Pasen. En dan kan je ook niet om God heen zoals ons op die eerste zondag direct al werd duidelijk gemaakt.

In dat doen en laten van dat mensenpaar Adam en Eva uit het boek Genesis, dat vertelt dat het van het begin af aan al mis kon gaan.

 

Het aangrijpende verhaal dat wij hoorden als eerste lezing, is een verhaal dat eindeloos is misverstaan. In het ergste geval, de populaire versie van de verboden vrucht- een appel moet het zijn geweest denken veel mensen in hun onwetende onschuld- is de boodschap waar het eigenlijk om gaat, dan ook vrijwel verdwenen. Een paradijselijk sprookjesverhaal van een vervelende God die nu juist niet wil wat jij graag wilt, houd je aan over. Moet je daarvoor naar de kerk gaan? Toch maar doen begrepen we zondag jl.

Adam en Eva, mens en leven, zo luiden deze namen betekenisvol, zijn in de viering verduidelijkt in de tweede lezing uit de Romeinenbrief. De apostel Paulus heeft er goed over nagedacht en dat kan ook ons telkens weer aan het denken zetten.

Hij plaatst tegenover de verkeerde keuze van ons mensen en dat kan telkens gebeuren want ons bestaan is vol van wisselmomenten, de grote genade van God als een rijk geschenk. Alles kwijtraken omdat je het verspeeld hebt en dan toch een rijke vergoeding krijgen. Zo is onze God, zegt de apostel en hij niet alleen.

Het geldt zelfs niet alleen voor dit leven op aarde; de genadige liefde van God zal heersen door de gerechtigheid en leiden tot eeuwig leven, dank zij Jezus Christus, onze Heer, de nieuwe Adam, de Mens die komen moest om alle goed te maken.

 

Het is een heel verhaal, maar als je dit vatten kunt, heb je het hart van het evangelie begrepen.

Jezus kennen wij als de Mens die de goede keuze heeft gemaakt en daarmee het kwaad machteloos maakt.

Dan kom je terecht op de Duivelsberg en bij de keuze die wij moeten, telkens als het er op aan komt. De eerste vastenzondag gaat bovenal over de verzoeking of bekoring op de berg. Persoonlijk vind ik het laatste woord uit de katholieke traditie het meest aansprekend voor moderne mensen. Het leven zoals de duivel het voorstelt in dit evangelieverhaal, is toch vooral verleidelijk. Van stenen broden maken, van het dak van de kerk springen en ongedeerd blijven, en boven alles macht en nog eens macht. Om over geld maar niet te spreken. Money is the root of alle vil.

Al weken lang volgen wij de strijd om de macht in de Arabische landen waar het nu naar buiten breekt. Maar bij de duivel hoort het stiekeme, het doen alsof, het listige zegt het boek Genesis.

Wij weten hoe het afloopt. Jezus is overwinnaar en dat wordt overduidelijk aan het eind als het gaat om macht en rijkdom. Hij is overwinnaar in de kracht van God. De Eeuwige is sterker dan het kwaad en in zijn Naam kunnen wij het kwaad overwinnen. Door die overvloedige genade waarvan Paulus spreekt.

De goede keuze maken, daar komt het op aan in de confrontatie op de Duivelsberg.

 

Nu komt de tweede zondag van de Veertigdagentijd. Dan gaat het weer over een berg, maar nu de berg van de verheerlijking, de berg van het Licht, het goddelijk Licht dat geen avond kent. Jezus wordt in de nabijheid van drie leerlingen, Partus, Jacobs en Johannes, van gedaante veranderd. Wat zij zien, even maar, is de stralende lichtglans van de Heilige God, hun Heer Jezus als de mens die wij eenmaal zullen zijn. Mozes en Elia, Thora en profeten, verschenen en spraken met Jezus. Waarover spraken zij? Over wat komen ging, over de uitgang die Jezus in Jeruzalem moest volbrengen, zijn lijden, zijn dood.

De lichtende wolk verwijst naar de Aanwezigheid van de God van Israël in de woestijn, toen het volk optrok uit Egypte.

In de Orthodoxe en katholieke traditie neemt dit gebeuren, dit gezicht zegt de evangelist, een belangrijke plaats in. Vooral in het Oosten is dit het grote zomerfeest, zoals ook wij op 6 augustus de aparte vierdatum hebben.

In Taizé valt het feest eveneens van 6 tot 15 augustus, Maria Ontslaping.

De gehele menselijke natuur wordt door het koningschap van Christus over de schepping veranderd in de goddelijke natuur, zoals de Petrusbrief vermeldt.

In de gebeden van de opdracht van de gaven in de Romeinse misorde, bij ons Eucharistisch gebed 1 wordt dit uitgesproken bij het inschenken van wijn en water. Wij zijn in onze westerse wereld door zoveel denkbeelden heengegaan, dat we de neiging hebben ons te beperken tot wat aards is, althans tot wat we daar van begrijpen. Maar morgen, op deze zondag van troost en bemoediging voor de discipelen maar ook voor ons, verheffen wij ons en hebben ons hart bij de Heer.

Je hebt mij gevraagd om iets te schrijven over de betekenis van de Gedaanteverandering. Vandaar dat ik wat uitvoeriger ben geweest.

 

Vrijdag jl. waren we met een flinke delegatie uit de parochie afgereisd naar Amsterdam om de promotie van Anique de Kruijf bij te wonen. Het was in de aula van de Gemeente Universiteit aan het Singel. Haar proefschrift is verschenen in een mooie uitgave van de Walburgpers, goed en fraai geïllustreerd.

We mogen ons realiseren dat we Eucharistie vieren in de kring van Gods lieve heiligen, die in elk geval bij Hem bekend zijn, bij ons wat minder, maar wij slijten dan ook aan de tijd.

Vanaf de oudste tijd, voor zover wij dit kunnen nagaan, hebben christenen de verbondenheid gekend met de martelaren en de gelovigen die gestorven waren in de gemeenschap van de kerk. Zij vierden Eucharistie op de graven van de martelaren. Reeds bisschop Ignatius van Antiochië (van omstreeks 69 tot zijn marteldood te Rome in 197 of 111), die als eerste het woord katholiek gebruikt in zijn zendbrieven, wijst op het omvattende: de kerk is niet alleen verbreid op aarde, maar omvat heel de gemeenschap van allen die Christus toebehoren, ook en vooral die gestorven zijn met het teken van het geloof, de Doop.

Het belang van de reliekenschat van Ste Gertrudis is een zaak van goed verstaan en daar zal het laatste woord nog niet over gezegd zijn. Uit historisch oogpunt bezien zijn ze onvervangbaar en een grote bron van kennis. Kunsthistorisch van groot belang vanwege ondermeer de vele textielresten, waaronder zeer oude uit de vierde eeuw en een grote collecte documenten, vooral uit de zestiende eeuw, de woelige tijden van de Reformatie. Grote namen komen langs: Sasbold Vosmeer, bisschop van Neercassel, Petrus Codde. En de relieken van de Cleresie, de mensen uit Port-Royal die verering genoten tot in onze dagen toe.

 

De aanwezigheid van zoveel relieken, waaronder stichterrelieken van de Utrechtse kerk, maken Ste Gertrudis temeer tot een heilige plaats, waar God wil zijn temidden van zijn heiligen, de levenden en de doden.

Die heilige gemeente zijn wij:

 

Geest van het licht,daal tot ons neer,

zie onze zwakheid aan.

Woon in ons hart en laat ons, Heer,

voor U bestaan.

 

Wij geloven in de gemeenschap der heiligen. Dat is geen loos begrip, maar het vraagt om invulling. Het blijft niet bij ons onderling verkeer, maar het reikt oneindig verder. De heiligen bidden voor ons, doen voorbede, dag en nacht dienen zij God voor zijn troon. Maria als eerste, als een Moeder voor haar kinderen instaat. En wij vragen om het gebed van Gods heiligen om ons zwakke gebed te versterken

 

Volgende week vinden we elkaar weer.