De Jacobikerk in Utrecht stelt de ambten van ouderling en diaken open voor vrouwen

Voorbeeldfunctie voor andere gemeenten binnen de Gereformeerde Bond.

Na een bezinning van ruim een jaar – met gemeenteavonden, deskundige sprekers van buiten en uitvoerige discussies – heeft de kerkenraad van de Jacobikerk in Utrecht onlangs besloten vrouwen toe te laten tot de ambten van ouderling, diaken en ouderling-kerkrentmeester.

De vrouwelijke voorganger is bewust buiten beschouwing gelaten, ,,om de discussie niet te zwaar te belasten”, vertelt ds. Andries Zoutendijk. ,,We willen niet alles tegelijk doen, maar kleine stapjes zetten.”

Het besluit van de Jacobikerk is opvallend omdat de officiële lijn van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk is dat ,,de vrouw niet is geroepen tot leer- en regeertaken”.

Dat maakt de keuze van Utrecht overigens niet uniek. In de Martinikerk in Groningen, waar Zoutendijk vroeger stond, is de vrouwelijke ambtsdrager al jaren een feit, evenals in de gemeente van ds. Piet de Jong in Delfshaven. De vrouw in het ambt was al geaccepteerd of kwam voort uit een fusie van wijkgemeenten met een verschillende ligging.

In 2007 is in gemeente van ds. Marius van Duijn in Eindhoven, die wordt ondersteund door de missionaire organisatie IZB, ook de vrouw als ouderling of diaken toegelaten. Dat gebeurde toen het missionaire project de status kreeg van een echte wijkgemeente. De Jacobikerk, orthodox-christelijk in de leer maar vrijer in de liturgische vormen, ging van afwijzing naar acceptatie van de vrouw in het ambt.

De aanleiding voor de discussie was een brief van enkele mannen en vrouwen uit de gemeente. ,,Die was niet provocerend, maar nodigde ons uit over de vrouw in het ambt na te denken”, aldus Zoutendijk. Daarnaast kreeg hij van belijdeniscatechisanten geregeld de vraag waarom vrouwen in allerlei functies binnen de gemeente leiding mogen geven, maar niet als ambtsdrager.

De klassieke verdediging die vrouwen uitsluit van de ambten leunt sterk op de zogeheten ‘zwijgteksten’ in 1 Korintiërs 14 en 1 Timoteüs 2, waarin staat dat de vrouw in de gemeente moet zwijgen en geen gezag over mannen mag hebben. Paulus verwijst daarbij naar de scheppingsorde in het Bijbelboek, Genesis: eerst is de man geschapen, daarna de vrouw.

Zoutendijk vindt dat de apostel die scheppingsorde gebruikt als illustratie in een concrete situatie. Welke concrete norm je aan deze orde ontleent, is niet makkelijk aan te geven, stelt hij. Volgens hem kun je niet zeggen dat de scheppingsorde betekent dat de man boven de vrouw staat. Want pas na de zondeval – beschreven in Genesis 3 – gaat de man heersen over de vrouw. Daarvóór schiep God de mens, man én vrouw. Er was dus wel een onderscheid, maar niet in autoritaire zin.

,,Bepalend is verder je visie op de Bijbel”, vervolgt de predikant. ,,Zie je de letterlijke tekst als Gods Woord en daarom tijdloos, of laat je ook meewegen dat de Here God rekening houdt met de cultuur en de tijd waarin het Bijbelboek werd geschreven.” In deze redenering lijkt het zwijgen van de vrouw waarop Paulus hamert, vooral bedoeld om een doorgeschoten vrijheidsdenken te beteugelen. Vrouwen drongen zich op en de apostel wijst ze hun plaats, aldus de Utrechtse predikant. ,,Wij denken dat Paulus niet een gedragsregel voor alle tijden en culturen heeft gegeven.”

Het ‘vrouwenbesluit’ zal overigens, aldus een nieuwsbrief van de gemeente, op zorgvuldige en geleidelijke wijze worden doorgevoerd. ,,Daarmee bedoelen we dat we nu niet ineens allerlei vrouwen gaan benoemen als diaken of ouderling, alsof we iets goed te maken hebben.”

Brief
De officiële lijn ten aanzien van de vrouw en het ambt binnen de Gereformeerde Bond is verwoord in een rapport uit 1985, dat later werd uitgegeven onder de titel Man en vrouw in bijbels perspectief . Het boek, onder redactie van ds. C. den Boer, beleefde in 2007 een ongewijzigde herdruk. Ondanks oproepen de discussie over deze ‘vrouwenkwestie’ gaande te houden, heeft het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond herhaaldelijk laten weten zijn standpunt niet te willen herzien.

Wat betekent de stap van Utrecht voor haar positie binnen de invloedsfeer van ‘de Bond’? Zoutendijk vertelt dat zijn gemeente, net als Eindhoven twee jaar eerder, een brief kreeg van het hoofdbestuur waarin de keuze voor de vrouw in het ambt wordt betreurd. ,,Ik begrijp zijn bezorgdheid maar hoop vooral dat we in gesprek kunnen blijven. De discussie over de vrouwelijke ambtsdrager komt vroeg of laat, ook in andere gemeenten, toch weer aan de orde.”

Volgens ds. Wim Dekker van de missionaire organisatie IZB, gelieerd aan de Gereformeerde Bond, vervult ‘Utrecht’ met haar vrouwenbesluit een voorbeeldfunctie. Haar stap zal navolging vinden van andere gemeenten, schat hij in. Niet snel, maar op middellange termijn zeker. Er zijn gemeenten die inmiddels informatie hebben opgevraagd bij de Utrechtse gemeente. ,,Veel mensen zullen zeggen: zie je wel, bij de Jacobikerk kan de vrouw ouderling of diaken worden en daar staat toch een goede predikant met een rechtzinnige preek”, aldus Dekker.

Andere ‘bondsgemeenten’ zullen bij het klassieke standpunt blijven en de vrouw niet toelaten tot het ambt. ,,In die zin is het standpunt van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond houdbaar. Op grond van de Bijbel kun je voor de vrouw in het ambt kiezen, maar ook ertegen. Wel doet het bestuur of zijn keuze de enige Bijbelse is. Beter is het te accepteren dat je ook goed gereformeerd bent, als je wel ruimte ziet voor vrouwelijke amtsdragers.”

Jammer
Ds. Hans Lam, voorzitter van de Gereformeerde Bond, vindt het jammer dat de Jacobikerk de ambten opent voor vrouwen. Hij bevestigt het bestaan van de brief waarin het besluit wordt betreurd. ,,In Utrecht wordt de vrouw toegelaten vanwege een gewijzigd Schriftverstaan. Dat speelt in meer gemeenten en baart ons zorgen.”

De voorzitter wil het pleidooi van ds. Dekker om ruimte te laten voor diverse visies niet honoreren. ,,De Schrift staat vrouwen duidelijk niet toe een ambt te vervullen. We kunnen en willen de Bijbel op dit punt niet anders verstaan.” Zijn bestuur zal altijd deze lijn uitdragen, zegt Lam, maar hij beseft dat in de praktijk andere gemeenten Utrecht zullen volgen. ,,Misschien dat deze gemeenten zich door ons standpunt op termijn minder thuisvoelen in de Gereformeerde Bond. Maar wij zijn geen organisatie die leden uitsluit. We zijn een beweging en zullen altijd het gesprek met elkaar zoeken.”