Ste. Gertrudis 626 – 659

17 maart 2009: 1350 jaar geleden overleden

De patrones van de Kathedrale Kerk in Utrecht. Ste. Gertrudis,
is dit jaar 1350 jaar geleden overleden. Sint Geertruid, ook bekend als Gertrud of Gertrudis van Nijvel en van Geertruidenberg

Als jong meisje weigerde zij het huwelijk met een rijke man en ging in het klooster dat door haar moeder in 639 was gesticht.

Haar persoon is omgeven met wonderen en verschijningen. Zij verdreef zeemonsters bij schepen. In de abdij daalde een vlammende bol op haar hoofd neer zonder haar te deren. Bij rattenplagen werd ze aangeroepen om de beesten te verdrijven. Het water dat ontsprong in de bron in een crypte van de Gertrudiskerk zou, over de akkers uitgegoten, zowel ratten als veldmuizen doen verdrijven.

Zij is op 17 maart 659 op 33-jarige leeftijd overleden en ligt begraven in het klooster van Nijvel (België).

Patrones van pelgrims, de stervenden, reizigers, ziekenhuizen, armen, weduwen en tuinmannen. Patrones tegen muizenplagen en rattenplagen.

Wie was Sint Gertrudis eigenlijk? Ze wordt geboren in 626 als dochter van Pepijn en Itta. Haar vader wil haar uithuwelijken aan een edelman, maar Gertrudis weigert te trouwen. Ze wil alleen Christus dienen en wordt kloosterlinge in de abdij van Nijvel. De abdij is gesticht door haar moeder. Na de dood van haar vader wordt Gertrudis in 652 door bisschop Amandus tot abdis aangesteld. Ze overlijdt op 17 maart 659 en ligt begraven in het klooster van Nijvel in België. Over Sint Gertrudis gaan heel wat legenden de ronde.

Zo zou ze in 654 de kerk van Bergen op Zoom hebben gesticht en vrouwe van het land zijn geweest. De Gertrudiskapel (in Bergen op Zoom – niet de onze in Utrecht) heeft zes glas-in-lood-ramen waarop een deel van het leven van de patroonheilige wordt afgebeeld. De ramen bevatten vele symbolische verwijzingen naar de oude legendes rondom Gertrudis Zo is op een van de ramen te zien hoe ze door bisschop Amandus als abdis wordt aangesteld. Hij hangt haar de sluier om. Haar moeder heeft symbolisch een vlecht van Gertrudis in haar hand. Die heeft ze afgeknipt ten teken dat Gertrudis haar wereldse leven heeft verruild voor het kloosterleven. Ook is de legende van de zoetwaterbron op een van de vensters afgebeeld. Dat Sint Gertrudis bescherming biedt tegen ratten en muizen is ook in glas-in-lood afgebeeld. Al vanaf de dertiende eeuw riep men Gertrudis aan om de graanoogst te beschermen tegen ratten en muizen. Op 17 maart, haar naamdag, begonnen de werkzaamheden op het land weer. Het was een oud gebruik om die dag een briefje op de schuurdeur te spijkeren met de tekst: ‘Heden is het Sinte Geertruydendag, dat rat noch muis hier komen mag’.

http://www.mariakapellen.nl/gertrudis.htm

Over Gertrudis is meer met zekerheid bekend dan van menig andere middeleeuwse heilige. Zij was de dochter van de Frankische hofmeier Pepijn de Oude, ook wel ‘van Landen’ genoemd (naar de plaats bij Luik). Haar zus, de heilige Begga zou later door de Begijnen vereerd worden. Na de dood van Pepijn in 640, stichtte haar, eveneens tot het altaar verheven moeder Itta in Nijvel (Waals-Brabant) het oudste dubbelklooster (voor beide geslachten) van de Nederlanden. Gertrudis volgde haar moeder op en werd op haar eenentwintigste tot abdis gekozen. Het klooster was een waar familiehuis en heiligenkwartier want ook haar nicht Gudula, de latere patrones van Brussel, werd erin opgenomen.

Gertrudis stond bekend om haar naastenliefde en haar grote kennis van de Schrift, waarin zij door Ierse monniken onderricht werd. Voor deze monniken en andere reizigers zou zij een opvanghuis hebben gebouwd. In 659 (of in 653) stierf zij op tweeëndertigjarige leeftijd. Kort daarop volgde haar heiligverklaring, maar haar roem liet nog een eeuw op zich wachten. Pas toen de nazaten van haar familie, de Karolingiërs, de macht hadden weten over te nemen van de Merovingers, begon haar cultus zich te verspreiden over grote delen van Noord-West Europa, met name over Noord-Duitsland, het Rijn- en Maasland en Brabant. De laatste twee gebieden vormden het kerngebied van de Gertrudisverering, die vooral door de adel en hogere, Luikse geestelijkheid ondersteund werd. De hertogen van Brabant namen haar op onder hun huisheiligen en tijdens de slag bij Woeringen ten Noorden van Keulen in 1288, waar de Keuls-Gelders-Luxemburgse alliantie in het stof beet, zou Gertrudis zich als beschermer van de Brabantse soldaten hebben opgeworpen. 

Een volksheilige werd Getrudis pas aan het einde van de middeleeuwen. De eerst tekenen daarvan werden zichtbaar in gebieden waar de bevolking traditioneel weinig ophad met vorsten en andere hogere heren. Vanaf de elfde-twaalfde eeuw stond zij in Friesland en later in Scandinavië bekend als patroon van reizigers en handelaren, in de Hanzesteden droegen koopmansgilden haar naam, net als de verpleeg- en opvanghuizen voor pelgrims en vreemdelingen die in navolging van de abdij in Nijvel in Noord-Duitse steden werden gesticht. Dergelijke huizen waren in Brabant en Limburg nauwelijks te vinden en reizigers zochten hier hun heil eerder bij Jacobus en Christophorus dan bij de heilige uit Nijvel.

In Nijvel was in de elfde eeuw wel de ‘Sint Geerten Minne’ bekend: een afscheidsdronk voor men op reis ging waarbij Gertrudis werd aangeroepen. Waarschijnlijk is het gebruik van heidense oorsprong. In een legende wordt de Sint Geerten Minne in verband gebracht met een ridder die een pact heeft gesloten met de duivel. Zeven jaar lang zal hij alles krijgen wat zijn hart begeerd, daarna is zijn ziel voor de duivel, luidt de afspraak. Vlak voordat de termijn verstreken is, richt de ridder een gastmaal aan voor zijn vrienden en vertelt van zijn overeenkomst. Zijn knecht raadt hem aan om een beker wijn te drinken ter ere van Gertrudis. Als de ridder op de afgesproken plaats komt, vindt hij de duivel opgeknoopt aan een boom. Gertrudis was hem voor geweest. Behalve een gedachtenisdronk is de minne ook een liefdesdronk. En dit tot in de dood. Gertrudis begeleidt immers de reizigers niet alleen op aardse wegen, maar ook hun zielen naar het hiernamaals.

Kort na 1400 verschenen de eerste afbeeldingen van Gertrudis met muizen die tegen haar abdisstaf opklimmen en ratten die aan de draden van haar spinnewiel knagen. Haar levensbeschrijving en latere legenden melden hier niets over. Hoe het ook zij, van die tijd af werd Gertrudis in het Zuiden van Nederland, België en het Rijnland ingezet tegen muizen- en rattenplagen. Met water uit haar bronnen, gewijd zand en aarde van de, onder haar bescherming gestelde kerkhoven, bevloeide en bestrooide men op 17 maart de akkers en de vloeren van stallen en huizen om van het ongedierte verschoond te blijven.

Het gebruik behoort inmiddels tot het verleden en de verering van de heilige heeft een meer folkloristisch karakter gekregen, met name in het westen van Brabant, waar de Gertrudisdevotie oude wortels heeft met kapellen en later kerken in Geertruidenberg, Heerle, Ossendrecht, Prinsenbeek en Bergen op Zoom. In de laatste twee plaatsen bevonden zich ook Gertrudisputten. Volgens de overlevering zou Gertrudis voor enige tijd in een door de heilige Amandus gestichte kapel in de omgeving van Bergen op Zoom hebben vertoefd. Maar de oorkonde waarop dit was gebaseerd, bleek vervalst. Het vormde voor een aantal ingezetenen van Bergen op Zoom geen beletsel om in 1989 een nieuwe kapel te bouwen voor de patrones van hun stad, die ook in de jaarlijkse Maria-ommegang niet ontbreekt. Het rk bisdom Breda gedenkt tot op de dag van vandaag haar feestdag op 17 maart. Den Bosch, Roermond en de Vlaamse diocees doen dat niet meer. Enigszins magertjes voor een ‘echte Brabantse Heilige’.