De kathedrale kerk van Sinte Gertrudis

Monumentale plaats van bidden en vieren

In de kathedrale kerk van Sinte Gertrudis bent u van harte welkom bij alle vieringen, vooral op zondagmorgen om 10 uur. Dan zijn we feestelijk bij elkaar; er wordt er gezongen en geluisterd. We horen het woord van God, we bidden en we vieren de Maaltijd van de Heer.

Een kerk is geen museum, ook al zijn er veel mooie dingen te zien. De lange geschiedenissen van de parochie en van de twee andere parochies die er in 1986 bij zijn gekomen, hebben er sinds ongeveer 1600 voor gezorgd dat er veel mooie voorwerpen, schilderijen en beelden  aanwezig zijn. De meeste hebben een echte functie in de eredienst, maar vormen tegelijk een lust voor het oog van parochianen en bezoekers. Tijdens de kerkdiensten natuurlijk, maar vooral tijdens het Utrechtse toeristische project “Kerken Kijken” in de zomer.

Mgr. Barend Theodoor Wallet

De benaming kathedrale kerk betekent dat de kerk de zetel is van de oud-katholieke aartsbisschop van Utrecht. De huidige aartsbisschop, Mgr. Barend Theodoor (Bernd) Wallet is de 17e aartsbisschop van Utrecht die onafhankelijk is van Rome.
Hij is ook de 22e na de Hervorming van 1517 en de 84e bisschop in de reeks van bisschoppen sinds de Heilige Willibrord, de eerste bisschop van Utrecht.
Wallet werd in het jaar 2020 tot aartsbisschop gekozen door een kiescollege van geestelijken en leken.
Hij werd gewijd op 18 september 2021 in de Lebuinuskerk in Deventer.

De architectuur en het interieur

Het huidige kerkgebouw werd in 1914 gebouwd ter vervanging van de te klein geworden schuilkerk van Sinte Gertrudis aan de Mariahoek. Deze schuilkerk werd in de eerste helft van de 17e eeuw gesticht in enkele voormalige huizen van de kapittelheren van de grote middeleeuwse Mariakerk die op de plaats van het huidige conservatorium aan de Mariaplaats heeft gestaan en in 1844 wegens verval werd gesloopt, met als enig restant de kleine kloostergang.

De neo-romaanse architectuur van de kathedraal herinnert aan die van de oude Mariakerk. Bewust werd bij het ontwerp de neo-gotieke stijl vermeden, omdat men die teveel vond getuigen van rooms triomfalisme. Bouwheer was pastoor Cornelis Deelder, die op de eerste steen (achter het altaar) liet zetten: Votum vovit Deo, ofwel Hij heeft God een belofte gedaan.

Architect was E.G. Wentinck Jr., die in 1911 ook de pastorie had ontworpen.

In navolging van de romaanse bouwstijl van de middeleeuwen werd de kerk van binnen rijk met symbolen beschilderd. De schildering in de triomfboog is dezelfde als die van de San Apollinare in Classe te Ravenna. De communiebank lijkt op die van San Apre in Toscane. Het smeedijzeren hek van de doopkapel vindt u precies zo in de San Praxede te Rome, terwijl de lichtkronen dezelfde zijn als die in de Dom van Aken. De mozaieken boven de drie deurpartijen in de westgevel stellen Christus voor als Pantrokator, de Albeheerser en voorts de heiligen Willibrordus en Gertrudis. De symboliek van de schilderingen is uitgebreid beschreven in het boekje “Dit huis geheiligd en versierd”, van de hand van pastoor Niek van Ditmarsch, die van 1986 tot 1993 de parochie diende.

Prachtige altaren, tabernakels en heiligenbeelden

Het hoogaltaar, ook sacramentsaltaar genoemd, dateert van 1914 en is een geschenk van een parochiaan. Op het altaar staat een prachtig tabernakel, in 1731 vervaardigd én geschonken door Nicolaas Verhaar, een Utrechtse zilversmid. Op de deur staat een gedreven voorstelling van de bruiloft te Kana, waar Jezus water in wijn veranderde. In het hoogaltaar worden middeleeuwse relieken bewaard van de heiligen Agnes, Laurentius, Cunera, Gregorius, Fredericus en Bernulfus. De meesten hebben met Utrecht te maken.

Het vieringaltaar is van 1989 en is voorzien van de oude joods-christelijke zegenspreuk: Gezegend zijt Gij, (Heer onze God), Koning van de wereld, die brood doet voortkomen uit de aarde. Gezegend zijt Gij (Heer onze God), Koning van de wereld, Schepper van de vrucht van de wijnstok. Deze tekst heeft betrekking op het brood en de wijn, zoals die in de eredienst worden geconsacreerd ofwel gezegend, geheiligd.

Boven de zetel van de aartsbisschop zijn wapen met wapenspreuk.

Terzijde van het altaar staat de zetel van de aartsbisschop en bevinden zich de koorbanken van de kanunniken van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht, daterend uit 1880.

Op het altaar in de linker zijbeuk staat het houten beeld van Maria met het Christuskind. Het is afkomstig uit de Buurkerk en is rond 1470 gemaakt door Adriaan van Wezel. In 1580 hebben parochianen het beeld laten onderduiken vanwege de vervolgingen. Na de inrichting van de schuilkerk aan het Achter Clarenburg (net zoals de Buurkerk gewijd aan Maria) kreeg het daar een vaste plaats. In 1989 kwam het beeld in de Sinte Gertrudis terecht toen Sinte Marie inmiddels was afgestoten.

Uit de schuilkerk is overgeplaatst het tabernakel op het sacramentsaltaar in de rechter zijbeuk. Dit is een prachtig stuk werk uit de 17e eeuw.

De bisschopszetel met ernaast het wapen

In de rechter zijbeuk bevindt zich eveneens de Jakobuskapel met een gedeelte van het oorspronkelijke altaar uit de Sint Jakobuskerk van de hoveniers aan de Bemuurde Weerd. Het werd in 1870 speciaal voor deze kerk heel kunstig uit eikenhout gesneden. Ook twee zogeheten opalinepanelen van gebrandschilderde steen met de voorstellingen van de zaaier en van Maria Magdelena die Christus ziet na zijn verrijzen en denkt dat de hovenier is, herinneren aan de Jakobuskerk, evenals de zilveren godslamp.

Beelden en gebrandschilderde ramen

Een waar pronkstuk is het beeld van onze patrones, de Heilige Gertrudis, ook wel Gertrudis van Nijvel genoemd. Het beeld is rond 1860 vervaardigd in een Belgisch atelier en siert de kathedrale kerk sinds 1991. Gertrudis is afgebeeld volgens de regels van de iconografie. Als koningsdochter in een gewaad van blauw met goud, de kroon op het hoofd, een aureool, een staf in de hand, een muis aan haar voeten. Ook een kerkboek dat opengeslagen is bij de evangelielezing van haar feestdag 17 maart: Mattheus 25:1-13. Dit is het evangelie van de wijze en de dwaze maagden. De muis is het symbool van de afweer van het kwaad. In de rechter zijbeuk is het beeld opgesteld op een console afkomstig uit Sint Jakobus.

In het begin van de 18e eeuw zijn de twee beelden van de heiligen Willibrordus en Bonifacius uit hout gesneden. Ze sieren twee consoles aan weerszijden van de doopkapel en zijn afkomstig uit de kerk van Sint Jakobus.

Boven deze heiligenbeelden zijn de afbeeldingen geschilderd van David met de harp en Caecilia met een orgeltje. Onmiddellijk boven hen is de koorbalustrade, waarachter zich het grote Blankorgel van 1968 bevindt en de ruimte voor de koorzangeressen.

In de doopkapel bevindt zich het houten beeld van de Heilige Jozef uit de 18e eeuw. Het stond eeuwenlang in de kerk van Sinte Marie.

In de linker zijbeuk staat een replica van het 15e-eeuwse beeld van Sint Maarten afkomstig uit het Utrechtse Hieronymus gasthuis. De replica werd eind 19e eeuw uit zandsteen gemaakt.

Bij de Jakobuskapel tenslotte staat de gedachteniskandelaar met de paaskaars uit 1986, het jaar van het samengaan van de drie Utrechtse parochies. De eikenhouten kandelaar diende in Sint Jakobus als onderstuk van de preekstoel en stelt een pelikaan voor die haar jongen voedt met haar bloed.

Heilige symbolen die licht doorlaten

De gebrandschilderde ramen in het hoogaltaar dateren van 1963 en zijn gemaakt door Max Weiss, een leerling van de beroemde Roermondse glazenier Joep Nicolaas. Ze verbeelden de vier vaste gezangen uit de eucharistieviering: het Heer, ontferm U, de lofzang Gloria, het Heilig en het Lam Gods. De ramen links en rechts van het hoogaltaar zijn geschonken door mgr. dr. Andreas Rinkel, van 1937 tot 1970 aartsbisschop van Utrecht, bij zijn zilveren bisschopsjubileum in 1962.

Het grote roosvenster boven het altaar geeft een uitbeelding van de Majesteit Gods in symbolen die zijn heerlijkheid openbaren: een kruis, een kroon, het zwaard van de gerechtigheid en de herdersstaf van de goddelijke genade. De rijksappel verwijst naar Gods almacht en het brandende braambos, dat niet verteert legt de nadruk op de aanwezigheid van de eeuwige God. In het midden van het roosvenster staat het hart, symbool van Gods liefde.

Bijzondere schilderijen

In de Gouden Eeuw bloeide na de Vrede van Münster met Spanje in 1648 de kunst op. Ook in Utrecht. Schilders, zilversmeden en beeldhouwers kregen opdrachten van gegoede burgers en zo ontstonden de rijk versierde interieurs in de tevoren zo schamel ingerichte schuilkerkjes. De bekende Utrechtse schildersschool volgde o.a. de Italiaanse schilder Caravaggio na. Onder hen schilders als Abraham Bloemaert en zijn neef Hendrik Bloemaert, Gerard Honthorst en Jan van Bijlert. Ook Godefridus Maas, Van Dijck, Ignatius Walvis en B. Seeghers zijn vertegenwoordigd. In de kathedraal bevinden zich schilderijen in het priesterkoor en het schip van de kerk., op de koorgalerij, in de sacristieën en in de kapel van de H. Maria Minor op zolder. Ze stellen bijbelse taferelen voor, zoals de geboorte van Christus, de graflegging van Christus, Pinksteren, Christus in de hof van Gethsemané, de ongelovige Thomas, de kruisiging, de Emmaüsgangers, Christus’ verrijzenis en nog vele andere.

In de pastorie zijn veel geschilderde bisschops- en pastoorsportretten aanwezig.

Verborgen kapel op zolder

De zolderkapel boven de priestersacristie is een herinnering aan de schuilkerk van de Heilige Maria Minor in het huis Clarenburg. Daar ontstond na 1640, evenals in de schuilkerk van Sinte Gertrudis, een prachtige huiskerk met mooi zilverwerk, gewaden en schilderijen. Vooral dit laatste, een rijkdom aan schilderijen. In 1860 werd het kerkje verbouwd en vergroot. In 1989 werd het complex verkocht en ging de parochie van Sinte Marie samen met die van Sinte Gertrudis en Sint Jakobus. De inrichtingsstukken werd verplaatst naar de kathedraal, o.a. naar de Mariakapel, die alleen via een nauwe wenteltrap is te bereiken. U vindt er een eenvoudig altaar met een fraai ingelegd kruis met corpus en kandelaars. Aan de wand schilderijen van Abraham Bloemaert (De man van smarten), Ignatius Walvis (Maria met kind temidden van prachtige bloemen), B. Seeghers (de Heilige Augustinus met prachtige tulpen), C. van Poelenburgh (Christus in Gethsemané). Alle uit de 17e eeuw.

In een zilveren ciborie worden relieken bewaard van de Heilige Maria van Egypte, de abt Saint Cyran en Antoine Arnauld, alle afkomstig van het door Lodewijk IV begin 18e eeuw verwoeste klooster van Port-Royal bij Parijs. De Nederlandse oud-katholieken onderhielden banden met dit klooster, dat o.a. bisschop Jansenius met zijn door de katholieke kerk verworpen uitleg van de genadeleer van Augustinus, navolgde.

Bron foto: Kerkfotografie.nl