De Goede Week is de laatste week van de Veertigdagentijd.
In de Goede Week staan we stil bij het lijden en sterven van Jezus Christus. Uit welke dagen en vieringen bestaat deze week in de Oud-Katholieke Kerk?
Hieronder een overzicht.
De Goede Week begint met Palmpasen en mondt uit in de Eerste Paasdag. Pasen vormt het hoogtepunt van het kerkelijke jaar.
Palmpasen – 10 april
Op 10 april is het Palmpasen.
De dag waarop we gedenken dat Jezus op een ezel Jeruzalem binnenreed. Daar werd hij door mensen begroet met palmtakken – vandaar de naam Palmpasen.
In de kerk vieren we eerst die intocht met een feestelijke rondgang met palmtakken en palmpasenstokken.
Daarna slaat de stemming om en horen we in de passielezing hoe Jezus verraden, gearresteerd en aan een kruis gedood wordt.
Daarmee is de toon voor de Goede Week gezet: mensen wijzen het goede dat God met hen voorheeft af, maar daarmee is niet alles gezegd. Gods liefde zal groter blijken te zijn dan het kwaad dat wij doen.
Chrismamis – 11/13 april
Traditiegetrouw wijdt de bisschop in de Goede Week de heilige oliën, die in de paaswake worden gebruikt bij de doop en het vormsel en later in het jaar ook voor wijdingen en de ziekenzalving.
De dienst heet de chrismamis, naar één van de drie oliën, het heilige chrisma (= balsem, olie, zalf).
Geestelijken en vertegenwoordigers van de parochies van het bisdom komen in hun kathedrale kerken samen om de drie vakjes van hun oliedozen te laten vullen met watten die met de gewijde olie zijn doordrenkt.
Daarmee kunnen we op weg gaan om onze roeping als kerk in de wereld te vervullen. Meer informatie over de chrismavieringen in Haarlem en Utrecht vindt u hier.
Witte Donderdag – 14 april
Witte Donderdag staat in het teken van het laatste avondmaal dat Jezus met zijn leerlingen hield voor zijn arrestatie en dood.
Op deze donderdag vieren we de instelling van de maaltijd die we elke zondag in de eucharistie vieren. De dienst heeft een ingetogen karakter en na de inzet van het gloria zwijgt het orgel tot aan het aanbreken van de paasmorgen.
Aan het einde van de dienst wordt de altaartafel van alle aankleding ontdaan. De tabernakel, de kast waarin het gezegende brood dat na de maaltijd overblijft gewoonlijk wordt bewaard, wordt leeggemaakt en blijft openstaan.
De godslamp die bij de tabernakel hangt wordt gedoofd, evenals alle kaarsen. In stilte verlaten we de kerk.
Goede Vrijdag – 15 april
Op deze dag gedenken we het sterven van Jezus. In sommige kerken komen we om drie uur ’s middags, het precieze uur van zijn dood, bijeen om hem langs de veertien staties van zijn lijden te volgen naar zijn graf.
’s Avonds komen we bijeen, lezen we opnieuw het lijdensverhaal, nu naar de evangelist Johannes, en brengen we een bloemenhulde bij het kruis.
Stille Zaterdag – 16 april
Tijdens de Paaswake vult de stille en donkere kerk zich gaandeweg met licht, klank en vreugde.
Dit is de belangrijkste viering van het kerkelijk jaar.
De Paaskaars en het water worden gewijd, zo mogelijk wordt er gedoopt en wij vernieuwen allen onze doopgelofte. Met het aanbreken van de paasmorgen vieren we dat het leven de dood overwint en dat wij zelf met Christus opstaan in Gods heerlijkheid. Het orgel klinkt weer, het gloria en de halleluja’s zijn niet van de lucht en we vieren de maaltijd van de Heer in dit nieuwe, onvergankelijke licht!
De vredegroet klinkt: de Heer is waarlijk opgestaan! Hij is waarlijk verrezen!
Eerste paasdag – 17 april
Onze vreugde kent geen grenzen en we kunnen niet ophouden met zingen!
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven!
Tot Pinksteren vieren we vijftig dagen Pasen met de brandende paaskaars, in het wit gekleed, ter maaltijd van het Lam gereed.
Christus is ons licht en ons leven, voor nu en tot in eeuwigheid.
Voor een overzicht van de vieringen in Utrecht kijkt u hier..
Bericht overgenomen van oudkatholiek.nl