Schipholpastoraat steunt overlevenden

www.luchthavenpastoraat.nl

Dertien leden van het Schipholpastoraat waren woensdag binnen een paar uur in De Wildenhorst in Badhoevedorp om familieleden en overlevenden van de vliegtuigramp met de Boeing 737 bij te staan. ,,God noemt zichzelf ‘Ik ben’. Dat vertegenwoordigen wij.”

Met gestrekte nekken, gespannen op zoek naar informatie. Zo zag Schipholpastor Gerard Timmerman ze aankomen vanuit de grote hal in Schiphol: familieleden van de inzittenden van de woensdag gecrashte Boeing 737. ‘Zijn er doden? Waar zijn de overlevenden? Kunnen we naar hen toe?’

Timmerman stelde zich rond elf uur woensdagochtend op bij het calamiteitenverzamelpunt, vlakbij aankomsthal drie. Daar zouden de 135 passagiers van het vliegtuig van Turkish Airlines hun bekenden in de armen sluiten. Zijn twee collega’s, de Anglicaanse priester Joop Albers en een protestantse dominee, waren toen al naar sporthal De Wildenhorst in Badhoevedorp gesneld. Op die plek werden familieleden van de inzittenden opgevangen, net als de overlevenden van de vliegtuigramp.

Timmerman had ook nog de ‘belboom’ in werking gesteld aan de hand waarvan alle 25 vrijwilligers van het luchthavenpastoraat Schiphol worden gealarmeerd bij een ramp. Al om kwart over elf zag hij de eerste familieleden komen en op een gegeven moment hadden zo’n tachtig gespannen mensen zich om hem heen verzameld, waarna hij ze naar de bussen begeleidde. Er was geen paniek. Er werd door de leiding van Schiphol adequaat gereageerd, zegt hij. De informatie was duidelijk.

Nu staat Timmerman met een strak gezicht, maar met zachte ogen, te wachten op wat komen gaat. Nooit eerder heeft hij een ramp meegemaakt en wat hij precies moet zeggen tegen de familieleden die hij straks in De Wildenhorst zal ontmoeten, weet hij niet. Wel weet hij dat mensen in paniek het overzicht kwijt kunnen raken. Dat ze kunnen verdwalen in angst, maar ook in apathie. Dat ze zich tot God kunnen wenden om hulp, maar ook dat ze zich vol woede van God kunnen afkeren.

‘Hij die er is’
In eerste instantie wil Timmerman daarom het overzicht houden, de rust bewaren en er zijn voor deze mensen in nood. Dat komt uit de tweejaarlijkse rampoefening op Schiphol als belangrijk aspect naar voren, vertelt hij. Die oefening is de enige ervaring waarop hij kan terugvallen. Wel weet hij voor zichzelf dat hij alleen kan functioneren omdat hij zich gedragen weet door God. ,,In de Bijbel lees ik dat God zich ‘Ik ben’ noemt, Hij die er is. Dat vertegenwoordigen wij vandaag. Sommige families worden straks herenigd. Maar er zullen ook mensen zijn die alleen staan.”

Als vrijwilliger Jans de Zeeuw komt aangesneld, dirigeert Timmerman haar naar de bussen waarmee hulpverleners en familieleden naar De Wildenhorst worden gebracht. Ze heeft in allerijl haar tas ingepakt. Er zit een boek met gebeden en mooie gedichten in, zegt ze. ,,Ik zal wel zien of ik ze nodig heb.” Het irriteert haar mateloos dat ze wordt geïnterviewd, want er is werk aan de winkel. ,,Ik moet daar zijn.”

Wel zegt ze: ,,Wij zijn hier omdat we dingen zien die anderen niet zien. Wij zien de mensen, niet alleen de feiten.” De Zeeuw verwacht dat ze straks veel Turkse mensen zal aantreffen, misschien vooral moslims. ,,Ik zie het wel. Het maakt me niet uit.” Nog een collega komt aangerend. De man rent direct door naar de bussen. ,,Ik moet daar zijn.”

Shock
Aan het einde van de middag laat Timmerman weten dat zijn mensen hun werk goed hebben kunnen doen. ,,Er waren mensen in shock. Anderen wilden hun verhaal kwijt. Sommigen herhaalden dezelfde feiten keer op keer. Dat ze weg moesten rennen, bijvoorbeeld. Of dat ze gewonden uit het vliegtuig hebben gehaald.” Rond vijf uur waren de meeste mensen uit De Wildenhorst vertrokken.

http://www.aam-schiphol.nl/index.htm en http://www.luchthavenpastoraat.nl/