‘Mag uw kind dan zwijgen?’

‘Mag uw kind dan zwijgen?’

Op woensdag 4 januari 1944 werd dominee Kaj Munk door leden van de Gestapo uit de pastorie van Vedersø (Denemarken) in een auto meegenomen en onderweg doodgeschoten. Reden: hij had zich in zijn preken uitgesproken tegen het nationaalsocialisme en had de Denen opgeroepen om in opstand te komen tegen de Duitse bezetter.
De motivatie hiertoe was zijn overtuiging dat de anti-joodse maatregelen van de overheid tegen het evangelie ingingen.
Omdat leden van zijn gemeente vrijwillig meewerkten aan het fascistische regime, verscheen hij vlak voor zijn executie in de kerkdienst zonder ambtskleed en weigerde hij om op de kansel te gaan staan en te preken.

Vanwege het feit dat dit zich precies 80 jaar geleden afspeelde, was er woensdag 3 januari jl. een gedachtenis in de vespers in de Domkerk te Utrecht en werd een deel uit Munks werk voorgelezen.
Na de dienst was er een presentatie en een gesprek over de stellingname van de leden van de kerk in onze dagen. Daarbij werd de vraag gesteld: als de overheid vandaag de dag maatregelen zou nemen, die een bevolkingsgroep zou degraderen tot tweederangs burgers, moet de voorganger in de viering dit dan openlijk tegenspreken vanaf de kansel? Je kunt de vraag nog scherper stellen: als de overheid burgers zou dehumaniseren, minder rechten zou toekennen dan aan anderen en in het uiterste geval zou deporteren, zou je dan als leden van de kerk, de predikanten voorop, mogen zwijgen?
Het gesprek leidde tot een opmerking van iemand die verwees naar wat de verzetsvrouw Hebe Kohlbrugge ooit zei; dat als je onrecht aankaart, je dat moet doen als het je iets kost. Bijvoorbeeld dat je uit de gratie valt van een deel van de gemeente, het bestuur, collega’s in de kerk of de inwoners van het dorp of de stad. Of dat de gemeente of de predikant die zich uitspreekt het doelwit wordt van een gewelddadige actie.
Vrijblijvend je uitspreken is makkelijk gedaan. Moeilijk wordt het als je spreekt met het risico de vriendelijkheid en de gunst van de mensen, je aanstelling, of zelfs jouw leven te verliezen.

Ik moest hierbij ook denken aan het moment, dat het bestuur van onze parochie vlak voor de viering van Kerstnacht een oproep kreeg van het CIO (interkerkelijk contact inzake overheidszaken) om waakzaam te zijn en waar mogelijk maatregelen te treffen in de kerk vanwege het verhoogde risico op aanslagen.
Dit was voor beide voorgangers in de vieringen van Kerstnacht en Kerstmorgen geen reden om te zwijgen over het geweld in Gaza, Soedan, Jemen, Oekraïne.
De kerk moet stelling nemen tegen geweld dat door de overheid wordt gebruikt tegen de bevolking van een land, het vernietigen van levensnoodzakelijke infrastructuur, het beleid om voedseltransporten niet door te laten.
Als de kerk in deze situaties niet zou spreken, is zij geen kerk.

Maar in het gesprek in de vespers in de Dom werd ook gezegd: áls de kerk spreekt, dan moet zij een eigen geluid laten horen en niet papegaaien wat buiten die kerk wordt geroepen.
Richtlijn is wat God wil hoe mensen samenleven.

Die wil heeft Jezus zichtbaar gemaakt en is met Kerst helder voor het licht getreden. Toen is de kwetsbaarheid van de mens getoond aan herders en koningen in een pasgeboren kind om hen tot inzicht te brengen – en misschien wel tot inkeer – in wat nodig is in deze wereld om vrede te bewerkstelligen.

Sinds die preken in de Kerstnacht en op Kerstdag in onze kathedraal en sinds die vespers in de Domkerk herhaalt voortdurend die ene zin uit een lied uit ons gezangboek zich in mijn hoofd: ‘en mag uw kind dan zwijgen’? De context van die vraag uit lied 785 (derde strofe) met melodie van A.B.H. Verhey en met gewijzigde tekst van J.A. Böhringer luidt: “Heel de_aard, Heer, verkondigt uw lof,/ de vogel in de twijgen,/ de bloem die geurt in veld en hof,- en mag uw kind dan zwijgen?” en betreft de lofzang.

Je kunt deze zin echter ook toepassen op het spreken van de kerk.
Want mag de kerk zwijgen (de leden en de ambtsdragers) als zij merkt dat haar leden een beleid voorstaan waarin bevolkingsgroepen worden buitengesloten of achtergesteld?
En zeg nu zelf: sluit de lofzang een politieke stellingname van de kerk uit?

Geenszins. Want zonder lofzang vervalt de kerk in een verbeten activisme, als zij het onrecht aankaart in haar verkondiging. En omgekeerd vervalt de kerk in piëtisme, als zij bij haar lofzang vergeet oor en oog te hebben voor het onrecht en dat onrecht aan te kaarten in haar verkondiging.

Laat de kerk daarom vooral niet zwijgen noch in haar lofzang, noch in haar spreken. Hoeveel het haar ook kost.

Pastoor Henk

Lees meer op Geloofsgetuige Kaj Munk (forumkatholiciteit.nl) KLIK HIER!